216
Indicator bedrijfsstoring
Als er een storing in het elektrische en/of elektronische systeem van het product wordt
gedetecteerd, toont het display het bericht "Error Code" en de bijbehorende identificerende
foutcode. Raadpleeg de volgende overzichtstabel om de beschrijving van de storing en de
relevante actie te begrijpen die moet worden ondernomen om het product weer correct te laten
functioneren, hetzij door uzelf en/of door contact op te nemen met de dienst na verkoop voor
passende ondersteuning:
www.jeepurbanemobility.com/en/support/
Foutcode
Beschrijving
Oplossing/Voorgestelde interventie
07
Overspanningsbeveiliging
Verwijder de batterij en plaats deze terug. Als het
probleem aanhoudt, moet u de besturingseenheid
bijwerken. Als het probleem aanhoudt, moet de accu
worden vervangen.
08
Fout Hall-sensorsignaal
Controleer of alle motorklemmen correct zijn
aangesloten. Vervang de motor als het probleem
aanhoudt.
09
Fasefout motor
Vervang de motor.
10
Maximale temperatuurbeschermingswaarde
in de motor
Schakel het systeem uit en laat het product afkoelen.
Vervang de motor als het probleem aanhoudt.
11
Fout in de motortemperatuursensor
Vervang de motor.
12
Fout temperatuursensor besturingseenheid
Vervang de besturingseenheid.
13
Fout in temperatuursensor van accu
Controleer of alle accupolen goed zijn aangesloten op
de motor. Vervang de accu als het probleem aanhoudt.
14 - 15
Fout temperatuursensor besturingseenheid
Schakel het systeem uit en laat het product afkoelen.
Vervang de besturingseenheid als het probleem
aanhoudt.
21
Fout in snelheidssensor
Schakel het systeem uit en controleer of de
snelheidssensor correct is aangesloten. Controleer
of de magneet (op de achterwielspaak) en de
snelheidssensor correct zijn uitgelijnd en 10 tot
20 mm uit elkaar staan (fig.A). Als het probleem
aanhoudt, moet u de besturingseenheid bijwerken of
vervangen.
25 - 26
Fout koppelsignaal
Controleer of alle aansluitingen correct zijn
gemaakt. Als het probleem aanhoudt, moet u
de besturingseenheid bijwerken. Vervang de
koppelsensor als het probleem aanhoudt.
27
Overstroom besturingseenheid
Voer de besturingseenheid-update uit. Vervang de
besturingseenheid als het probleem aanhoudt.
30
Communicatieprobleem
Controleer of alle aansluitingen correct zijn
gemaakt. Als het probleem aanhoudt, moet u
de besturingseenheid bijwerken. Vervang de
besturingseenheid als het probleem aanhoudt.
35 - 36 -37
Storing detectiesysteem
Voer de besturingseenheid-update uit. Vervang de
besturingseenheid als het probleem aanhoudt.
41 - 43 - 44 - 47 - 48
Accuspanning te hoog
Vervang de accu.
42
Accuspanning te laag
Laad de accu op. Vervang de accu als het probleem
aanhoudt.
45
Temperatuur accu te hoog
Schakel het systeem uit en laat het product afkoelen.
Vervang de accu als het probleem aanhoudt.
46
Temperatuur accu te laag
Verwijder de accu en laat deze een temperatuur van
meer dan 10°C bereiken. Vervang de batterij als het
probleem aanhoudt.
81
Storing Bluetooth®-module
Werk het scherm bij. Vervang het scherm als het
probleem aanhoudt.