-
5
몇
Waarschuwing
Verstoppingsgevaar door opgedroogd rei-
nigingsmiddel bij toevoeging van reini-
gingsmiddel in het schoonwaterreservoir
van de variant Dose. De debietmeter van
het doseerapparaat kan vastkleven door
opgedroogd reinigingsmiddel en een goe-
de functie van het doseerapparaat verhin-
deren. Schoonwatertank en apparaat
vervolgens spoelen met zuiver water. Voor
het spoelen de regelknop Waterhoeveel-
heid volledig openen, reinigingsmiddeldo-
sering op 0% zetten en
reinigingsprogramma met water instellen
op de programmakeuzeschakelaar.
Fles met reinigingsmiddel in de houder
achter het bedieningspaneel plaatsen.
Deksel van de fles losschroeven.
Zuigslang van het doseerapparaat in de
fles steken en deksel openschroeven.
Instructie
Bij een leeg schoonwaterreservoir wordt de
toevoeging van het reinigingsmiddel stop-
gezet. De reinigingskop werkt zonder vloei-
stoftoevoer verder. Bij een leeg
reinigingsmiddelvat wordt de toevoeging
eveneens stopgezet.
Infoknop in de richting van de wijzers
van de klok draaien tot „RM - Dosie-
rung“ of „RM - Dosing“ weergegeven
wordt.
Infoknop kort indrukken – weergave
knippert.
Reinigingsmiddeldosering door draaien
van de Infoknop instellen (0,5% tot 3%).
Infoknop indrukken om de ingestelde
waarde te bevestigen.
Instructie
Als er geen reinigingsmiddel aan het water
moet worden toegevoegd, dan moet de do-
sering op 0% worden gesteld.
Infobutton met de klok mee draaien, tot
„Wasser:...“ of „Water:...“ getoond
wordt.
Infoknop kort indrukken – weergave
knippert.
Waterhoeveelheid instellen door draai-
en van de infobutton. Het aantal zwarte
balken geeft de waterhoeveelheid aan.
Infoknop indrukken om de ingestelde
waarde te bevestigen.
Voor de verbetering van het zuigresultaat
op stenen ondergronden kan de zuigbalk
tot 5° schuine stand verdraaid worden.
Vleugelmoeren lossen.
Zuigbalk draaien.
Vleugelmoeren aanspannen.
Bij onvoldoende afzuigresultaat kan de helling
van de rechte zuigbalk veranderd worden.
Vleugelmoeren lossen.
Zuigbalk schuin zetten.
Vleugelmoeren aanspannen.
Hendel naar omlaag duwen, de zuig-
balk wordt neergelaten en de zuigturbi-
ne wordt ingeschakeld.
Waarschuwing
Bij een vol vuilwaterreservoir wordt de zuig-
turbine automatisch uitgeschakeld.
Tank met vuil water ledigen.
Schleutelschakelaar op „0“ draaien,
eventjes wachten en weer op „1“ draaien.
De zuigturbine kan opnieuw ingescha-
keld worden.
Infoknop in de richting van de wijzers
van de klok draaien tot „FACT“ weerge-
geven wordt.
Infoknop kort indrukken – weergave
knippert.
Borsteltoerental door draaien van de In-
foknop instellen:
–
„...Power“ - hoog toerental (100%).
–
„...Whisper“ - gemiddeld toerental
(60%).
–
„...Fine“ - laag toerental (40%).
–
Infoknop indrukken om de ingestelde
waarde te bevestigen.
Infoknop indrukken om de ingestelde
waarde te bevestigen.
몇
Waarschuwing!
Beschadigingsgevaar voor bodemdeklaag.
Apparaat niet op die plaats gebruiken.
Pedaal voor het optillen / neerlaten van
de reinigingskop naar beneden duwen,
naar links bewegen en naar boven laten
komen.
De reinigingskop wordt neergelaten en
start automatisch.
Gevaar
Verwondingsgevaar door omhoogsprin-
gende hendels voor het instellen van de
borstelaandrukkracht. Hendel voor het in-
stellen van de borstelaandrukkracht alleen
instellen bij een neergelaten reinigingskop.
Borstelaandrukkracht aan de hendel in-
stellen.
Waarschuwing
Eerste reinigingspogingen met lage aan-
drukkracht uitvoeren. Aandrukkracht staps-
gewijs verhogen tot het gewenste
reinigingsresultaat bereikt is. Een juist in-
gestelde aandrukkracht beperkt het ener-
gieverbruik en de slijtage van de borstels.
Bij overbelasting wordt de borstelaandrij-
ving uitgeschakeld.
Reinigingsmiddeldosering instellen (va-
riant Dose)
Waterhoeveelheid instellen
Zuigbalk instellen
Schuine stand
Helling
Zuigbalk neerlaten
Borsteltoerental instellen
Reinigingskop inschakelen
Borstelaandrukkracht regelen
52
NL