-
4
Î
Meegeleverde aansluitingskabels aan
de nog vrije accupool (+) en (-) vast-
klemmen.
Î
Batterijkast naar voren schuiven.
Î
Vergrendeling van de batterijkast vast-
klikken.
Voorzichtig
Accu kan door volledige ontlading bescha-
digd worden. Voor ingebruikneming van
het apparaat accu laden.
Wanneer het laadapparaat per vergissing
in het apparaat in plaats van in de accu ge-
stoken wordt, bestaat er gevaar voor be-
schadiging voor de bediening van het
apparaat. Daarom is bij het apparaat een
bescherming tegen verwisseling bijge-
voegd, die aan de laadstekker van het
laadapparaat aangebracht moet worden.
(Naar gelang uitvoering is op het laadappa-
raat een stekker met of zonder trekontlas-
ting aanwezig.)
1
Bescherming tegen verwisseling
2
Trekontlasting
Î
Beide schroeven en moeren van de
stekker verwijderen.
Î
Bijgevoegde bescherming tegen ver-
wisseling op de stekker aanbrengen.
Î
Bescherming tegen verwisseling met
de bijgevoegde, nieuwe bevestigings-
delen vastschroeven.
Waarschuwing
Het apparaat beschikt over een bescher-
ming tegen volledige ontlading, d.w.z. wan-
neer het nog toelaatbare minimum aan
capaciteit bereikt wordt, kan met het appa-
raat alleen nog gereden worden.
Î
Apparaat onmiddellijk naar het oplaad-
apparaat brengen en bergop rijd vermij-
den.
Gevaar
Verwondingsgevaar door elektrische
schok. Letten op stroomnet en beveiliging,
zie „Oplaadapparaat“.
Oplaadapparaat alleen in een droge omge-
ving met voldoende verluchting gebruiken!
Instructie
De oplaadtijd bedraagt gemiddeld onge-
veer 10 uren.
De aanbevolen oplaadapparaten (die bij de
gebruikte accu's passen) zijn elektronisch
geregeld en beëindigen het laadproces au-
tomatisch.
Gevaar
Explosiegevaar. Het opladen van natte ac-
cu's is alleen toegelaten bij een geopende
accu-afdekking.
Î
Sluitschroef van de batterijafdekking
uitdraaien.
Î
Batterijafdekking naar achteren zwen-
ken.
Î
Accustekker uittrekken en verbinden
met de oplaadkabel.
Î
Oplaadapparaat verbinden met het
stroomnet en inschakelen.
Î
Oplaadapparaat uitschakelen en van
het stroomnet scheiden.
Î
Accukabel van de laadkabel trekken en
met de apparaatstekker verbinden.
Î
Batterijafdekking naar voren zwenken
en sluitschroef aandraaien.
Î
Een uur voor het einde van het laadpro-
ces gedestilleerd water toevoegen, let-
ten op het juiste zuurpeil. Accu is
overeenkomstig gekenmerkt. Aan het
einde van het laadproces moeten alle
cellen gas ontwikkelen.
몇
Waarschuwing
Gevaar van brandwonden!
–
Navullen van water in de ontladen toe-
stand van de accu kan leiden tot het
vrijkomen van zuren.
–
Bij de omgang met accuzuur een veilig-
heidsbril dragen en de voorschriften in
acht nemen om verwondingen en de
beschadiging van kledij te vermijden.
–
Eventuele zuurspatten op huid of kledij
onmiddellijk met overvloedig water uit-
spoelen.
Voorzichtig
Beschadigingsgevaar!
–
Voor het bijvullen van accu's alleen ge-
destilleerd of ontzilt water (EN 50272-
T3) gebruiken.
–
Geen vreemde toevoegingsstoffen (zo-
genoemde verbeteringsmiddelen) ge-
bruiken, anders vervalt elke garantie.
Alleen voor apparaten met onderhoudsvrije
accu's (gel).
Alleen voor apparaten met onderhoudsvrije
accu's (gel).
Accu's en oplaadapparaten zijn verkrijg-
baar in de vakhandel.
Wanneer bij de Bp-variant natte accu's in-
gezet worden, moet op het volgende gelet
worden:
–
De maximale accuafmetingen moeten
gerespecteerd worden.
–
Bij het opladen van natte batterijen
moet de batterijafdekking geopend wor-
den.
–
Bij het opladen van natte accu's moeten
de voorschriften van de accufabrikant
in acht genomen worden.
Î
Sluitschroef van de batterijafdekking
uitdraaien.
Î
Batterijafdekking naar achteren zwen-
ken.
Î
Vergrendeling van de batterijkast naar
links schuiven en naar beneden zwen-
ken.
Î
Batterijkast naar achteren trekken.
Î
Kabel van de minpool van de batterij
losmaken.
Î
Resterende kabels van de batterijen af-
halen.
Î
Batterijen eruit nemen.
Î
Verbruikte batterijen conform de gel-
dende bepaleingen verwijderen.
Staand wordt het apparaat door een elektri-
sche parkeerrem tegen wegrollen be-
schermd. Voor het verschuiven van het
apparaat moet de parkeerrem ontgrendeld
worden.
Î
Voor het ontgrendelen van de parkeer-
rem de ontgrendelhefboom naar om-
laag duwen.
Gevaar
Ongevalgevaar door wegrollend apparaat.
Na het verschuiven moet de ontgrendelhef-
boom in elk geval weer naar omhoog gezet
worden om de parkeerrem opnieuw te acti-
veren.
Voorzichtig
Gevaar voor beschadiging. Apparaat niet
sneller dan 7 km/h voortduwen.
Waarschuwing
Voor een onmiddellijke buitenwerkingstel-
ling van alle functies de voet van het gaspe-
daal nemen, noodstopknop indrukken en
sleutelschakelaar op „0“ drehen.
Î
Schroeven losdraaien en houten kooi
wegnemen.
Î
Kunststof pakband opensnijden en folie
verwijderen.
Î
Bevestiging aan de wielen verwijderen.
Î
Bijgevoegde houten plaat aan de ach-
terkant van het apparaat als platform op
het pallet leggen en met schroeven be-
vestigen.
Bescherming tegen verwisseling op het
laadapparaat aanbrengen
Accu laden
Na het laadproces
Extra bij onderhoudsarme accu's (natte
accu's):
Aanbevolen accu's
Accuset
Bestel-nr.
3 x 12V/105 A, onder-
houdsvrij (gel)
6.654-141.0
Aanbevolen oplaadapparaten
Oplaadapparaat
Bestel-nr.
36V, voor onder-
houdsvrije batterijen
6.654-229.0
Maximale batterijafmetingen
Lengte
Breedte
Hoogte
406 mm
533 mm
432 mm
Batterijen demonteren
Apparaat verschuiven
Afladen
53
NL