-
5
Verstel de draaikrukken van de hoogte-
verstelling bij wijze van test tot het bes-
te zuigresultaat bereikt wordt.
A Instellen van waterhoeveelheid in
functie van de vervuiling van de vloer-
bedekking aan de regelknop.
Instructie:
Voer de eerste reinigingspogingen met een
kleine waterhoeveelheid uit. Vergroot de
waterhoeveelheid stapsgewijs tot het ge-
wenste reinigingsresultaat bereikt is.
Zitpositie innemen.
Sleutelschakelaar op stand "1" zetten.
Rijrichting met de rijrichtingschakelaar
aan het stuurwiel instellen.
Draaiknop werksnelheid op de gewens-
te waarde draaien.
De snelheid wordt tijdens het instellen
op het display weergegeven.
De snelheid wordt weergegeven in pro-
cent van de maximumsnelheid.
Waterhoeveelheid instellen aan het re-
gelventiel.
Onderste greephelft van de hendel zuig-
balk omhoog trekken en vasthouden.
Hendel zuigbalk omlaag drukken.
De zuigbalk wordt neergelaten en de af-
zuiging wordt gestart.
Pedaal reinigingskop omlaag/naar
rechts drukken, losklikken en omhoog
laten gaan.
Rijsnelheid bepalen door het bedienen
van het gaspedaal.
De reinigingskop wordt neergelaten, de
borstelaandrijving start en reinigingsop-
lossing wordt aangebracht.
Over het oppervlak rijden dat gereinigd
moet worden.
Apparaat stoppen: Gaspedaal loslaten.
Pedaal reinigingskop omlaag drukken
tot het vastklikt.
Apparaat nog een eindje verder laten
lopen om het resterende water op te
zuigen.
Hendel zuigbalk omhoog trekken tot
deze vastklikt.
De zuigturbine wordt na een nalooptijd
van 10 seconden uitgeschakeld.
Sleutelschakelaar op "0" draaien.
Instructie:
Wanneer het vuilwaterreservoir vol is, sluit
een vlotter de zuigopening en draait de
zuigturbine met een verhoogd toerental.
몇
WAARSCHUWING
Lokale voorschriften inzake de behande-
ling van afvalwater in acht nemen.
Neem de aftapslang vuilwater uit de
houder en plaats deze in een geschikte
verzamelbak.
Instructie:
Door het samenduwen van de doseerin-
richting kan de afvalwaterstroom gecontro-
leerd worden.
Water door het openen van de doseer-
inrichting op de aftapslang aftappen.
Vervolgens de vuilwatertank met
schoon water uitspoelen.
Deksel schoonwaterreservoir eraf
schroeven.
Vers water aflaten.
Deksel schoonwaterreservoir erop
schroeven.
Indien nodig de accu opladen.
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Het apparaat mag
voor laden en lossen enkel gebruikt worden
op stijgingen tot een maximumwaarde (zie
"Technische gegevens"). Rijd langzaam.
몇
VOORZICHTIG
Verwondings- en beschadigingsgevaar!
Neem bij het transport het gewicht van het
apparaat in acht.
Voor het verplaatsen het schoonwater-
reservoir en vuilwaterreservoir legen.
Schijfborstel uit de borstelkop verwijde-
ren.
Bij het transport in voertuigen moet het
apparaat conform de geldige richtlijnen
beveiligd worden tegen verschuiven en
kantelen.
1 Ontgrendelhefboom
Ontgrendelingshendel omhoog druk-
ken en apparaat schuiven.
GEVAAR
Gevaar voor ongevallen door ontbrekende
remfunctie.
Ontgrendelingshendel na het schuiven al-
tijd weer omlaag drukken.
몇
VOORZICHTIG
Gevaar voor lichamelijk letsel en beschadi-
ging! Let op het gewicht van het apparaat
bij opslag.
Het apparaat mag alleen binnen wor-
den opgeborgen.
Bij het kiezen van de opbergplaats
moet rekening gehouden worden met
het max. toegelaten gewicht van het ap-
paraat om de stabiliteit niet te beïnvloe-
den.
GEVAAR
Verwondingsgevaar! Voor alle werken aan
het apparaat sleutelschakelaar op "0" zet-
ten en sleutel eraf halen. Trek de batterijs-
tekker uit.
Vuilwater en resterend schoon water
aflaten en verwijderen.
몇
VOORZICHTIG
Verwondingsgevaar door nalopen van de
zuigturbine.
De zuigturbine loopt na het uitschakelen
na. Voer onderhoudswerkzaamheden pas
uit als de zuigturbine stilstaat.
LET OP
Beschadigingsgevaar. Spuit het apparaat
niet met water schoon en gebruik geen
agressieve reinigingsmiddelen.
Vuil water aflaten.
Vuilwaterreservoir met zuiver water uit-
spoelen.
Grofvuilfilter reinigen.
Apparaat aan de buitenkant met een
vochtige, in mild zeepsop gedrenkte
doek reinigen.
Zuiglippen reinigen, op slijtage contro-
leren en indien nodig vervangen.
Borstel op slijtage controleren, indien
nodig vervangen.
Batterij laden:
Waterhoeveelheid instellen
Reinigingswerken
Reiniging beëindigen
Vuilwatertank leegmaken
Schoonwatertank leegmaken
Buitenwerkingstelling
Transport
Apparaat verschuiven
Opslag
Onderhoud
Onderhoudsschema
Na het werk
39
NL
Downloaded from