– 3
–
Slangen waarover werd gereden, die
geknikt zijn of gebotst hebben niet meer
gebruiken ook al is er geen beschadi-
ging zichtbaar.
–
Hogedrukslang zodanig opbergen dat
geen mechanische belasting optreedt.
Beveiligingselementen dienen ter bescher-
ming van de gebruiker en mogen niet bui-
ten gebruik gesteld worden of in de functie
omgaan worden.
Die verhindert onbedoeld starten van het
apparaat. Bij werkonderbrekingen of bij het
beëindigen van de werking uitschakelen.
De veiligheidspal aan het handspuitpistool
verhindert onbedoeld inschakelen van het
apparaat.
–
Bij het verlagen van de waterhoeveel-
heid met de druk-/volumeregeling gaat
de overstroomklep open en stroomt een
deel van het water terug naar de zuig-
kant van de pomp.
–
Wanneer het handspuitpistool gesloten
wordt, gaat het overstroomventiel open
en stroomt de volledige waterhoeveel-
heid terug naar de zuigzijde van de
pomp. De drukschakelaar aan het over-
stroomventiel geeft een signaal aan de
besturing, welke pomp na ca. 30 secon-
den nalooptijd uitschakelt.
–
Indien het handspuitpistool opnieuw ge-
opend wordt, schakelt de drukschake-
laar aan de cilinderkop de pomp
opnieuw in.
Overstroomklep en drukschakelaar zijn in
de fabriek ingesteld en verzegeld. Instelling
uitsluitend door de klantendienst.
De veiligheidsklep gaat open als de over-
stroomklep defect is.
De veiligheidsklep is in de fabriek ingesteld
en verzegeld. Instelling uitsluitend door de
klantendienst.
De watertekortbeveiliging schakelt de mo-
tor bij onvoldoende watervoorziening (wa-
terdruk te laag) uit.
Het controlelampje Watertekort brandt.
De fasebeveiliging onderbeekt het stroom-
circuit als een fase spanningsloos is.
Het spoelbeschermcontact in de motor-
spoel van de pompaandrijving schakelt de
motor uit bij een thermische overbelasting.
몇
Gevaar
Verwondingsgevaar! Apparaat, toevoerlei-
dingen, hogedrukslang en aansluitingen
moeten in een perfecte toestand zijn. In-
dien de toestand niet perfect is, mag het
apparaat niet gebruikt worden.
Î
Punt van het oliereservoirdeksel afsnijden.
Î
Oliepeil van de hogedrukpomp contro-
leren.
Het oliepeil moet in het midden van het
oliepeilglas zichtbaar zijn.
Î
Indien nodig olie navullen (zie Techni-
sche gegevens).
Veiligheidsinrichtingen
Apparaatschakelaar
Veiligheidspal
Overstroomklep met
drukschakelaar
Veiligheidsklep
Opbouwset beveiliging tegen
watertekort (optie)
Fasebeveiliging
Spoelbeschermcontact
Inbedrijfstelling
Oliepeil coontroleren
52
NL