248
Nederlands
* zie hoofdstuk "Technische gegevens"
** zie gebruiksaanwijzing van het hulpstukbijlage
*** afmeten
8.3.1 Berekening van de minimale ballast van de
achterkant voor front-aanbouwapparaten
Waarde 'x' zie informatie van de fabrikant, indien niet ge-
specificeerd, x = 0,45.
1. Voer het resultaat in de tabel in.
8.3.2 Berekening van de daadwerkelijke
voorasbelasting
1. Wordt met het frontaanbouwapparaat (GV) de vereiste
minimum frontballast (GV min) niet bereikt, moet het ge-
wicht van het frontaanbouwapparaat tot het gewicht van
de minimum frontballast worden verhoogd.
2. De feitelijk berekende voorasbelasting en de toegesta-
ne voorasbelasting zoals aangegeven in de bedienings-
instructies van het voertuig in de tabel invoeren.
8.3.3 Berekening van het werkelijke totale gewicht
1. Wordt met het achteraanbouwapparaat (GH) de vereis-
te minimumballast achteraan (GH min) niet bereikt,
moet het gewicht van het achteraanbouwapparaat tot
het gewicht van de minimumballast achteraan worden
verhoogd.
8.3.4 Berekening van de daadwerkelijke
achterasbelasting
1. Resultaat in de tabel noteren.
9
Transport
9.1
Voertuig verladen
GEVAAR
Gevaar voor letsel door verkeerd transport
Houd rekening met het gewicht van het voertuig.
Rijd het voertuig langzaam en voorzichtig op het transport-
voertuig.
LET OP
Beschadiging van het voertuig
Verlaad het voertuig niet met een kraan.
Gebruik geen vorkheftruck.
1. Voertuig met lage snelheid op het transportvoertuig rij-
den.
Instructie
Als het voertuig niet kan rijden, zie hoofdstuk 9.3 Voertuig
wegslepen.
9.1.1 Voertuig borgen
몇
WAARSCHUWING
Gevaar voor ongevallen
Beveilig het voertuig voor het transport tegen verschuiven.
1. Voertuig parkeren en tegen wegrollen beveiligen, bijv.
door geactiveerde parkeerrem (rijrichtingschakelaar in
NEUTRAAL - middelste stand)
2. Voertuig met een sjorsysteem wielbeveiliging volgens
toepasbare richtlijnen aan de wielen borgen.
9.2
Transportbeveiliging aanbrengen
De transportbeveiliging wordt met behulp van de kruisgor-
dels en de standaard spanbanden op de 4 banden van het
voertuig aangebracht.
몇
VOORZICHTIG
Beschadigingsgevaar
Plaats de riemen zo dicht mogelijk op het midden van het
wiel.
Zorg er daarbij voor dat u geen kabels aanraakt of beknelt.
1
Kruisgordels (4x)
2
Standaard veiligheidsgordels (4x)
1. Voertuig op de 4 wielen bevestigen, zoals afgebeeld.
TL (kg) = Leeggewicht van het voertuig
*
TV (kg) = Voorasbelasting van het lege voertuig *
TH (kg) = Achterasbelasting van het lege voer-
tuig
*
GH (kg) = Totaal gewicht achterballast
**
GV (kg) = Totaal gewicht frontbevestiging / voor-
ballast
**
a
(m) = Afstand tussen zwaartepunt voorste
bevestiging (voorballast) en midden
vooras, max. = 0,86 m
**
***
b
(m) = Wielbasis van het voertuig
*
***
c
(m) = Afstand tussen het midden van de ach-
teras en het zwaartepunt van de ach-
terballast
***
Summary of Contents for MC 250
Page 2: ......