NL
105
Testen en oefenen in de open lucht
Nauwkeurige plaatsbepaling
(bewegingsmodus)
Nauwkeurige plaatsbepaling vereist oefening.
De gemakkelijkste manier om een doelwit
nauwkeurig te lokaliseren is om de zoekspoel
kruiselings over het doelgebied te bewegen.
AFB. 10
1. Wanneer een ondergronds voorwerp
duidelijk wordt aangegeven, blijft u de
zoekspoel over het doel bewegen met
steeds kortere bewegingen van links naar
rechts.
2. Noteer het punt op de grond waarboven
het geluidssignaal te horen is.
3. Houd de zoekspoel recht boven dit punt
stil.
4. Beweeg nu de zoekspoel een paar keer
recht naar voren en naar achteren.
Noteer opnieuwe het punt op de grond
waarboven het geluidssignaal te horen is.
5. Beweeg zo nodig de zoekspoel in een
kruiselings patroon onder verschillende
hoeken over het doelgebied om het punt
op de grond waar het geluidssignaal
wordt gehoord, nauwkeuriger te bepalen.
Bewegen van de zoekspoel
Houd de zoekspoel altijd evenwijdig aan de
grond, 1-1,5 cm boven het grondoppervlak.
Laat de zoekspoel geen slingerbeweging
maken.
AFB. 11
Als de zoekspoel aan het eind van de beweging
omhoog wordt gebracht, wordt een vals
signaal gegenereerd. Beweeg de zoekspoel
zijwaarts heen en weer in zwiepjes van 7-8 cm.
Beweeg de zoekspoel langzaam over de grond
en laat de banen elkaar overlappen terwijl u
voorwaarts beweegt.
AFB. 12
2. Plaats de detector op een houten of
kunststof tafel. Verwijder juwelen,
horloges en andere metalen voorwerpen
van uw handen en armen.
3. Plaats de zoekspoel met het platte
gedeelte naar boven.
4. Activeer de modus DISC, NOTCH of
AUTO-NOTCH en beweeg de spijker met
een vloeiende beweging 10-12 cm boven
het vlakke gedeelte van de zoekspoel. De
detector produceert een geluidssignaal
met een lage toon wanneer het proefstuk
wordt gedetecteerd en de spijkerpijl licht
op in de doelindicatie. De diepte-indicatie
geeft de overeenkomstige waarde aan.
Herhaal de test met een muntstuk van
1 cent (na 1982). De detector produceert
een geluidssignaal met een middelhoge
toon en de pijl op de doelindicatie
wijst naar 1¢. Herhaal de test met een
muntstuk van 25 cent. De detector
produceert een geluidssignaal met een
hoge toon en de pijl op de doelindicatie
wijst naar 25¢.
LET OP!
• Indien voor de test een muntstuk wordt
gebruikt, is het het beste het platte
oppervlak van het muntstuk evenwijdig
te houden aan de zoekspoel en het met
een vloeiende beweging langs de
zoekspoel te bewegen. Op deze manier
wordt het doelwit gemakkelijker
opgespoord.
• Als de munt met de rand naar de
zoekspoel toe wordt gevoerd, mislukt de
test en kan de pijl van de doelindicatie
knipperen en bewegen.
In de ALL METAL-modus houdt u een testobject
minstens 35 cm boven de zoekspoel en
beweegt u het langzaam naar het vlakke
oppervlak van de zoekspoel. De detector
produceert een geluidssignaal wanneer het
doel is gedetecteerd en de diepte-indicatie
geeft een relatieve waarde aan. In deze modus
wordt hetzelfde geluidssignaal gegenereerd
voor alle testobjecten.
Summary of Contents for 002-163
Page 4: ...1 2 3 4...
Page 5: ...5 6 8 7 1 2 3 4 5 2 3 4 5 1...
Page 6: ...9 11 13 10 12 1 4 5 6 3 2...