- 17 -
3.1.3 Componenten aanmaken
Om de hardware nu correct aan te maken, gaat u naar het venster
„
Componenten aanleggen
“.
Stel zoals bijv. in het
voorbeeldproject beschreven, de ingebouwde componenten in en sla ze op door op
„OK“
te klikken.
3.1.4 A-afsluiters configureren
Om de A-afsluiters correct te configureren, de volgende stappen nemen:
Ga naar het venster
„A
-ventielen
“.
Klik op de A-afsluiter (A-Ventil) die geconfigureerd moet worden en klik op
„
actuele ventielinstelling veranderen
“
. Zolang dat niet is gebeurd, is de knop
„Paramet
rering bewerken
“ ni
et actief.
In het voorbeeldproject zijn er drie A-afsluiters met de kanaalnummers 101, 102 en 103 beschikbaar. In dit geval heeft
de A-afsluiter 1 kanaal 1 (101) en is hij verbonden met temperatuursensor 2 en B-afsluiter (B-ventiel) 1 en wordt
temperatuurspoeling toegepast. Een volumespoeling kan pas ingesteld worden, als aan de betreffende B-afsluiter een
flowsensor is toegewezen. Indien gewenst kunt u eventueel nog opmerkingen en een naam voor de afsluiter
toevoegen. Bevestig daarna de wijzigingen met “OK”.
Doe nu hetzelfde voor A-afsluiter 2 en A-afsluiter 3. A-afsluiter 2
krijgt kanaal 2 (102) toegewezen en A-afsluiter 3 kanaal 3 (103).