7
5. Keuze en instelling van zitplaats
5.1 Instelling van de voertuigstoel
Informeert u zich principieel over het gebruik van kinderzitjes
(A) in de handleiding van uw auto.
Indien het inbouwen gehinderd wordt door een hoofdsteun, moet deze of in
de hoogste stand worden gebruikt of eraf gehaald worden (Afb.11).
Door de beweegbare rugleuning (C) van de kiddy phoenixfix pro 2 is
gegarandeerd, dat deze tegen de rugleuning van de autostoel aan ligt.
Positioneert u de verstelbare rugleuning van de autostoel in
overeenstemming hiermee.
5.2 Zitplaats voor de universele montage
Het kinderzitje (A) kiddy phoenixfix pro 2 kan in auto’s op iedere plaats
ingebouwd worden die over een 3-punts gordelsysteem beschikt (Afb.12).
De kiddy phoenixfix pro 2 kan eveneens op achterwaarts gerichte
autostoelen, die zijn uitgerust met een 3-punts gordelsysteem, worden
gebruikt (Afb. 12).
Indien de voertuigproducent kinderzitjes toestaat op de passagierstoel,
moet deze in de achterste stand worden gezet.
Als u de kiddy phoenixfix pro 2 universeel (zonder k-fix) monteert,
dienen de connectoren (D) naar binnen geschoven te worden.
5.3 Zitplaats voor de semiuniversele montage
De semiuniversele montage van het kinderveiligheidssysteem is slechts op
zitplaatsen in het voertuig mogelijk die met ISOFIX-verankeringen zijn
voorzien. Aan deze ISOFIX-verankeringspunten kan de kiddy phoenixfix pro
2 met behulp van de k-fix connectoren vast met de voertuigstructuur worden
verbonden.
Het kinderveiligheidssysteem (A) phoenixfix pro 2 kan in alle voertuigen en
op alle zitplaatsen worden gemonteerd die in de typelijst staan vermeld.
NL
*
Summary of Contents for phoenixfix pro 2
Page 2: ...H G F D E C Q J K N M L P A I O S T U B D V W ...
Page 3: ...1 2 3 4 5 6 ...
Page 4: ...7 8 9 10 11 12 ...
Page 5: ...15 16 17 18 19 13 14 ...
Page 6: ...22 20 21 23 ...
Page 7: ...25 26 24 27 ...
Page 8: ...28 29 30 ...