177
UAB Amalva behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
C3-16-01-v1
2.5. Ventilatiestand schakelen
Er zijn drie ventilatiestanden mogelijk in het toestel waarvan het debiet traploos instelbaar is (zie meer details
in het volgende hoofdstuk). Vanuit het startscherm kan snel en eenvoudig geschakeld worden tussen de ver-
schillende standen (afb. 2.3).
Verhogen ventilatiestand:
druk en hou vast
en druk tegelijk op de knop .
Verlagen ventilatiestand:
druk en hou vast
en druk tegelijk op knop .
Als de ventilatiestanden op deze manier veranderd wordt en het toestel
werkt via een weekprogramma, wijzigt de modus automatisch naar ma-
nueel.
2.6. Programmeerbare instellingen
Door aantippen van de
knop komt u in het installatie menu. Het menuvenster wordt geselecteerd door
de knoppen , . Als het juiste scherm is gekozen, tik op
om de gewenste parameters in te stellen en
selecteer de waarde met , . Bevestig met
.
Tom terug naar het vorige menu te gaan of startscherm tik op .
NB!:
Als de tiptoetsen gedurende 1 minuut niet gebruikt worden, wordt het startscherm getoond.
1. Werkingsmodus toestel
Er zijn twee mogelijkheden: manueel en automatisch.
In de manuele stand werkt het toestel continu op de ingestelde stand. In de automatische stand op de geïnte-
greerde weekklok (zie verder voor weekklok instellingen).
NB!:
als de automatische stand geselecteerd is verschijnt er een symbool
in het startscherm.
2. Instelling luchtvolume
Het toestel heeft twee verschillende luchtvolume regelmethodes aan boord:
•
Constant luchtvolume (CAV) regeling - toevoer en retour op basis van constant luchtvolume ingesteld door
de gebruiker, onafhankelijk van de veranderingen in het ventilatiesysteem;
•
Variabel luchtvolume (VAV) regeling - toevoer en retour op basis van de behoefte van het gebruik in versch-
illende ruimten. In geval dat er vaak verschillende ventilatie behoeftes zijn en het luchtvolume varieert kan
dit een aanzienlijke besparing brengen op de exploitatiekosten.
Menuscherm voor luchtvolumeregeling wordt uitsluitend getoond bij to-
estellen met een luchtstroomonderhoudsfunctie. Alleen met EC-venti-
latoren.
Als een toestel voorzien is met een VAV regeling, dient er een calibratie
plaats te vinden (zie verder), anders zal deze niet goed functioneren.
Calibratie VAV regeling:
1. Voor het starten van het toestel moet de luchtverdeelapparatuur en roosters ingesteld zijn. Open alle roos-
ters en kleppen om zo lucht in te blazen in alle geventileerde ruimtes.
2. Start het toestel en ga naar de instellingen voor de modus regeling.
3. Na het kiezen van de CAV modus, in hetzelfde menu druk dan op tegelijkertijd op beide en toetsen.
Hierna zal de calibratie gedurende 3 minuten starten en gedurende deze tijd zal het toestel op maximum
stand draaien en zal “wacht” op het display worden weergegeven. Tijdens de calibratie zijn alle andere
toetsen inactief, behalve , waarmee het toestel uitgeschakeld wordt en de calibratie stopt.
4. Na beëindiging van het kalibratie proces werkt de unit verder in de voorafgaand ingestelde modus.
3. Instellen ventilatiestanden
Er zijn drie ventilatiestanden aanwezig in het toestel: 1, 2 en 3. Elke stand kan gebruikt worden manueel of
automatisch. Voor het handmatig instellen selecteer dan het menuscherm:
Summary of Contents for C3
Page 2: ......