182
NL
UAB Amalva behoudt het recht om veranderingen door te voeren zonder dit vooraf kenbaar te maken
C3-16-01-v1
2.8. PC regeling toestel
Is een accessoire en voor de implementatie is de speciale netwerkmodule “Ping2”nodig. Aansluitschema’s en
installatie benodigdheden worden bij de “Ping2” module geleverd
Na het aansluiten van de toestellen door deze speciale networkmodule op het computer network of via
internet na het geven van een IP adres. D.m.v. een ventilatieregeling visualisatieprogramma kan vanaf een
computer niet alleen de gegevens bekeken worden, maar ook regelen: aan/uit schakelen, aanpassen van de
ventilatiestand en enz. Ook foutmeldingen kunnen daar bekeken worden.
2.9. Foutoplossing
Als het toestel niet werkt:
•
Zorg dat het toestel is aangesloten op de netvoeding.
•
Controleer of de hoofdschakelaar van het toestel aan staat (indien van toepassing).
•
Controleer alle aansluitblok zekeringen. Indien nodig, vervang kapotte zekeringen door nieuwe met deze-
lfde technische eigenschappen (type zekering wordt weergegeven in het bedradingsschema).
•
Controleer of er geen foutmeldingen worden aangegeven in de bediening. Indien aanwezig moet deze eerst
verholpen worden. Om deze op te lossen gebruik tabel 2.9, welke de foutmeldingen beschrijft.
•
Als er niets aangegeven wordt op het panel, controleer of de kabelaansluiting tussen toestel en bediening
niet verbroken is.
Tabel 2.9. Foutmeldingen op het bedieningspaneel, mogelijke redenen en het oplossen ervan
Melding
LED
Mogelijke reden
Oplossing
Rood en groen
knippert
Toevoerfilter is vervuild.
Na het uitschakelen van de unit moet het filter
vervangen worden.
Rood en groen
knippert
Afzuigfilter is vervuild.
Na het uitschakelen van de unit moet het filter
vervangen worden.
Rood licht
Toevoertemperatuur onder
toegestane niveau.
Controleer programma instellingen, toestel
warmtewisselaar en verwarming.
Rood licht
Toevoertemperatuur boven het
toegestane niveau.
Controleer programma instellingen, toestel
warmtewisselaar en verwarming.
Rood licht
Toevoermotor oververhitting door
overbelasting.
Controleer of de filters aanwezig zijn, of de
deuren gesloten zijn, of het ventilatiesysteem
correct geinstalleerd is.
Rood licht
Afzuigmotor oververhitting door
overbelasting.
Controleer of de filters aanwezig zijn, of de
deuren gesloten zijn, of het ventilatiesysteem
correct geinstalleerd is.
Rood en groen
knippert
Verwarming is losgekoppeld door
te lage luchtstroom.
Als de heater weer afkoeld, reset de
beveiliging automatisch. Aanbevolen het ven-
tilatievolume te verhogen.
Rood licht
Oververhittingsbevei-liging elek-
trische verwarming is geactiveerd.
Om de beveiliging te resetten, dient op de
“RESET” knop gedrukt te worden op de
verwarmingsbatterij.
Rood licht
Retourwater temperatuur gedaald
tot onder toegestande niveau.
Controleer circulatiepomp en verwarmingssys-
teem en mengklep motor.
Rood licht
Temperatuur van lucht die doorheen
plaatvormige warmtewisselaar gaat
gedaald tot onder toelaatbaar ni-
veau.
Controleer omloopgeluiddempertoestand en
actuatorprestaties. Het is aan te raden ven-
tilatieniveau te verlagen.
Rood licht
Rotorriem is gebroken of fout in de
rotormotor.
Controleer rotoraandrijving en
rotatiebeveiligingsensor.
Rood licht
Brandalarm vanuit het brandsys-
teem van het gebouw.
Als het brandalarm verdwijnt, moet het toestel
opnieuw gestart worden op het bedienings-
paneel.
Rood licht
Toevoertemperatuur sensor niet
aangesloten of defect.
Controleer de sensor en indien nodig vervan-
gen.
Summary of Contents for C3
Page 2: ......