10
5.2 Cameraselectie
Het systeem kan 4 cameravideo’s op één scherm weergeven (Quad Modus). De gebruiker kan configureren
welke camera er weergegeven wordt.
Druk op [
Selecteren ] om instellingen te wijzigen en druk op [ CH1 ],[ CH2 ], [ CH3 ],[ CH4 ] om elk
kanaal afzonderlijk in te stellen. Wanneer er geen kanaal geopend is, zal het systeem [OFF] (Uit) op de monitor
aangeven.
5.3 Opnameselectie
Configureer welk kanaal opgenomen wordt.
5.4 Opnamemodus
Er zijn twee modi voor video-opname,
[Afzonderlijke Modus]:
De video’s van elk kanaal afzonderlijk comprimeren en opnemen, zodoende kan
de gebruiker elk kanaal apart vergroten tot op de volledige schermweergave. De
gebruiker kan bijvoorbeeld de opnamefunctie van CH1 en CH2 uitschakelen,
waardoor het systeem alleen kanalen CH3 en CH4 opneemt.
Druk op
[ CH1 ],[ CH2 ],[ CH3 ],[ CH4 ]
om van weergegeven kanaal te
wisselen tijdens het afspelen van opgenomen video.
[Quad Modus]:
De
video’s van alle 4 kanalen in één bestand comprimeren en opnemen; de gebruiker
kan daardoor niet meer een enkel kanaal tot op de volledige schermweergave
vergroten. In deze modus kan de gebruiker de Afzonderlijke Modus niet gebruiken.
5.5 Opname Framesnelheid
De framesnelheid tijdens opnames beïnvloedt de beweging van het object in de opgenomen video. Meer frames
betekent een soepelere beweging maar neemt meer diskruimte in beslag. De standaard systeemwaarde is
25
fps,
wat inhoudt dat het systeem 25 frames per seconde opneemt. De gebruik kan de framesnelheid instellen op
25,
12, 8, 6, 4, 3, 2, 1
frames per seconde.
5.6 Opnamekwaliteit
De opnamekwaliteit kan op drie niveaus worden ingesteld;
Hoog, Normaal
en
Laag.
Een hogere kwaliteit neemt
meer diskruimte in beslag.