12
Instellingen afstandsbediening
Kleurenbereik: TV
1000 — 1981
VCR
2000 — 2301
DVD
4000 — 4285
SAT/CBL 3000 — 3773
DVB-T
5000 — 5053
A. Codes invoeren
1. Schakel het apparaat in dat u wilt bedienen en zoek de eerste set codes van het
apparaat op in de codetabel. Voorbeeld: als u een PHILIPS TV-setcode in wilt
voeren, dan is de eerste codeset 1492.
2. Druk op de knop “TV”. De indicator zal oplichten.
3. Houd de knoppen “” en “” tegelijkertijd ingedrukt totdat de
indicator aangaat. Laat vervolgens beide knoppen los (het indicatielampje gaat uit
en weer aan).
4. Voer de 4-cijferige code in. Bijvoorbeeld: de eerste codeset voor een PHILIPS
TV-set is 1492. Voer 1492 in.
Opmerking:
I. De ingevoerde code is correct. Het indicatielampje knippert tweemaal en gaat
daarna uit.
II. De ingevoerde code is niet correct. Het indicatielampje knippert drie keer. Voer
de code opnieuw in.
III. Beëindig de instellingsfunctie door op de knop “Uitrusting selecteren” te drukken.
Bijvoorbeeld: Druk op de knop “TV” als de vorige instelling TV is.
5. Na het invoeren van de code zal het indicatielampje uitgaan.
6. Controleer of de andere knoppen correct werken. Als dit het geval is, dan is de
instelling voltooid. Herhaal stap 2 tot 6 als de knoppen niet juist functioneren totdat
u de juiste code hebt gevonden.
OPMERKING: Als u een ander apparaat dan een TV wilt installeren, volg dan dezelfde
procedure als hierboven beschreven onder A, maar in plaats van op de knop TV te
drukken drukt u op de knop SAT, DVD of DVB-1 (afhankelijk van het apparaat dat u wilt
programmeren ) en zoek vervolgens in de codelijst naar de juiste code.
B. Automatisch naar codes zoeken
1. Schakel de apparatuur in die u wilt bedienen. Wijs de afstandsbediening
rechtstreeks naar het apparaat, bijvoorbeeld uw TV.
2. Druk op de knop “TV” en houd deze ingedrukt. Het indicatielampje zal oplichten.
3. Houd de knoppen “” en “” tegelijkertijd ingedrukt totdat het
indicatorlampje oplicht. Laat vervolgens beide knoppen los (het indicatielampje
gaat uit en weer aan).
4. Druk op de knop “POWER” en houd deze ingedrukt totdat de TV is uitgeschakeld.
Laat de knop “POWER” onmiddelijk los.
5. Controleer of de andere knoppen correct werken. Als dit het geval is, dan is de
instelling voltooid. Herhaal stap 2 tot 5 als de knoppen niet juist functioneren totdat
u de juiste code hebt gevonden.
OPMERKING: Als u een ander apparaat dan een TV wilt installeren, volg dan dezelfde
procedure als hierboven beschreven onder B, maar in plaats van op de knop TV te
drukken drukt u op de knop SAT, DVD of DVB-1 (afhankelijk van het apparaat dat u wilt
programmeren).
Multifunctionele knopinstelling
Er is een multifunctionele knop ( M1) op de afstandsbediening. Deze knop kan gegevens
opslaan voor 20 knoppen. U kunt deze functie gebruiken om functies te combineren van
een serie van verschillende knoppen of vaak ingedrukte knoppen zodat slechts een druk
op de knop nodig is. Nadat de instelling is voltooid, drukt u op de multifunctionele knop. De
afstandsbediening zal de controlecodes doorsturen van de knoppen die eerder zijn
ingesteld in de juiste volgorde. Dit biedt extra gebruiksgemak.
Bijvoorbeeld: Schakel de TV-set in en
wissel naar TV/AV.
1. Druk op de knop “TV”. Kies het apparaat dat u wilt instellen.
2. Houd de knoppen “” en “” tegelijkertijd ingedrukt totdat de indicator
aangaat. Laat vervolgens beide knoppen los (het indicatielampje gaat uit en weer aan).
Voer handmatig code 9991 in. Het indicatielampje knippert een keer om het opstarten
van de M1-instelling aan te geven. (9992 is de overeenkomende code voor
M2-instelling).
3. Druk op de knop “POWER” om aan te geven dat power-gegevens van de TV op M1
zijn ingevoerd. Druk op de knop TV/AV om een andere codeset toe te voegen (elke
keer dat u een knop indrukt, knippert het indicatielampje eenmaal).
4. Druk op de knop “TV”. Het indicatielampje gaat uit. Verlaat de instellingen.