33
NL
Looptest
Na de aansluiting van de spanningsverzorging bedraagt de
opwarmtijd 60 sec. Daarna knippert de interne LED en wor-
den de aangesloten verbruikers ingeschakeld. De bewegings-
melder is bedrijfsklaar wanneer LED en verbruikers uitgaan
.
De looptest dient om de bewegingschakelaar op de gewenste
montageplaats op perfecte registratie te controleren.
Om de looptest uit te voeren, de pijl
8
in de positie “test”
plaatsen.
Daarvoor de volgende instellingen uitvoeren:
De schuifschakelaar
6
in AUTO plaatsen.
De stelschroef METER
9
in de positie “+” draaien.
De stelschroef TIME
8
in de positie “test” draaien.
De schemeringregistratie is gedeactiveerd.
De bewegingschakelaar correct monteren en op de netspan-
ning
4
5
aansluiten.
De looptest
11
van buiten de waarschijnlijke registratiezone
beginnen en de registratiezone doorkruisen tot de beweging-
schakelaar schakelt.
De LED
10
en de aangesloten verbruiker schakelen gedurende
2 seconden.
De stelschroef “METER”
9
zolang verplaatsen tot de gewens-
te registratiezone ingesteld is.
De looptest
11
herhalen tot het resultaat tevredenstellend is.
LED
11
10
Start
Einde
Manueel AAN (toetsenaansturing)
Door een kortstondige, ongeveer 1 seconde durende
stroomimpuls kan de bewegingschakelaar “remote gescha-
keld” worden. Hiervoor een of meerdere toetsen met het
sluitercontact op de klem T
5
van de bewegingschakelaar
aansluiten. De toets ( sluitercontact) indrukken en daardoor
de bewegingschakelaar IN-schakelen (onafhankelijk van de
ingestelde schemeringdrempel). De bewegingsmelder scha-
kelt weer uit in overeenstemming met de ingestelde inscha-
kelduur.