73
NL
Probleemoplossing bij installatie
Werkt de Mission
TM
niet goed, volg dan de gids voor het oplossen van problemen hieronder. Heft dat de
storing niet op, neem dan contact op met de leverancier.
Problemen
Mogelijke oorzaken
Herstelhandeling
De led op het laadstation
brandt niet.
Er is geen netvoeding.
Controleer of de stroomkabel correct op
het oplaadstation is aangesloten en of
de oplader op een geschikte voeding is
aangesloten.
Groene lampje van het
oplaadstation knippert.
De grensdraad is niet
aangesloten.
Controleer of de grensdraad correct is
aangesloten op het oplaadstation.
Controleer of de grensdraad geen
breuken vertoont, vooral niet in de
kabeluiteinden.
Uw Mission
TM
is binnen z'n
grondgebied, maar het scherm
zegt "buiten het werkgebied"
en de LED is groen.
De grensdraadeinden zijn niet
correct geplaatst.
Draai de uiteinden van de grensdraad
om.
De Mission
TM
dokt niet goed in
het laadstation
Omgevingsfactoren.
Herstart de Mission
TM
.
Slechte verbinding door vuil op
de laadstrip.
Reinig de contactstrip van het
laadstation en de oplaadstrip op de
Mission
TM
met een doek.
De Mission
TM
beweegt buiten
de grensdraad. De Mission
TM
maait een gebied binnen de
grensdraad niet. De Mission
TM
keert om of draait onregelmatig
in de buurt van de grensdraad.
De begrenzingskabel van een
andere Mission
TM
of robotmaaier
van een ander merk bevindt zich
te dicht in de buurt.
Zorg voor minstens 1 meter afstand
tussen de begrenzingskabel van uw
Mission
TM
en andere begrenzingskabels
in de buurt.
De begrenzingskabel is
geïnstalleerd met scherpe
hoeken.
Controleer de begrenzingskabel en zorg
ervoor dat alle hoeken gerond zijn.
Onder natte omstandigheden
kan het elektrische signaal
op de grensdraad weglekken
op plaatsen waar de draad
verbonden of gerepareerd is.
Controleer de grensdraadverbindingen.
Isoleer de draad voor een volledig
waterdichte verbinding.
Er is een lekkage van het
elektrische signaal op de
grensdraad vanwege defecte
isolatie.
Herstel beschadigde begrenzingsdraad
met aansluitingen.
Het maaigebied is groter dan het
toegestane maaigebied voor de
Mission
TM.
Het snijdgebied verkleinen.
De Mission
TM
verlaat het
afgebakende gebied door een
te hoge snelheid tijdens het
afdalen van een helling.
De grensdraad is geplaatst op
een helling die steiler is dan 17%
(10°).
Verplaats de grensdraad op een helling
die minder steil is dan 17% (10°).