BEDIENING
Bedieningspaneel
1
2
4
3
1
Temperatuurindicatie LED
2
IntensiveCooling-indicatielampje
3
IntensiveCooling-toets
4
Temperatuurknop
AAN-/UITtoets
Inschakelen
1. Steek dan de stekker in het
stopcontact.
2. Raak de toets van de
temperatuurregelaar aan als alle leds
uit zijn.
Uitschakelen
Blijf de toets van de temperatuurregelaar
3 seconden aanraken.
Alle indicatielampjes zijn uit.
Temperatuurregelaar
Druk om het apparaat te bedienen op de
temperatuurregelaar totdat de LED die bij
de vereiste temperatuur hoort oplicht. De
selectie loopt van 2°C tot 8°C.
Koudste instelling: +2°C.
Warmste instelling: +8°C.
Een gemiddelde instelling is
over het algemeen het meest
geschikt.
Houd bij de instellingskeuze rekening met
het feit dat de temperatuur in het apparaat
afhankelijk is van:
• de kamertemperatuur
• de frequentie waarmee de deur wordt
geopend
• de hoeveelheid etenswaren die wordt
bewaard
• de plek van het apparaat.
1. Raak de temperatuurregelaar aan.
Het huidige temperatuurindicatielampje
knippert. Bij elke aanraking van de
temperatuurregelaar gaat de instelling een
stand vooruit. Het relevante LED knippert
een tijdje.
2. Druk op de temperatuurregalaar tot de
vereiste temperatuur is geselecteerd.
IntensiveCooling-functie
Als u een grote hoeveelheid warm
voedsel, bijvoorbeeld na het doen van de
boodschappen, in de koelkast wilt
plaatsen, adviseren wij u de
IntensiveCooling-functie in te schakelen
om deze producten sneller te koelen en
om te voorkomen dat voedsel dat al in de
koelkast ligt warm wordt.
Druk op de IntensiveCooling toets.
Het IntensiveCooling-lampje verschijnt.
De IntensiveCooling-functie wordt
automatisch na ongeveer 6 uur
uitgeschakeld.
Om de functie uit te schakelen voor de
automatische uitschakeleing, herhaalt u
de procedure.
7