A1
A2
2.
1.
A3
A2
A2
A1
4.
3.
A3
A2
≤ 0,35 mm / m = OK
Kalibratiecontrole voorbereiden:
U kunt de kalibratie van de laser controleren. Plaats het toestel in het
midden
tussen twee muren
die minstens 5 meter van elkaar verwijderd zijn. Schakel het apparaat in, desactiveer daarvoor
de transportbeveiliging (laserkruis ingeschakeld). Voor een optimale controle een statief gebruiken.
1.
Markeer punt A1 op de wand.
2.
Draai het toestel 180° om en markeer
het punt A2. Tussen A1 en A2 hebt u
nu een horizontale referentie.
Kalibratie controleren:
3.
Plaats het toestel zo dicht mogelijk tegen
de wand ter hoogte van punt A1.
4.
Draai het toestel vervolgens 180° en
markeer punt A3. Het verschil tussen
A2 en A3 moet binnen de tolerantie
van de nauwkeurigheid liggen.
SuperPlane-Laser 3D
15
B
C
2,5 m
< 1,75 mm = OK
Controleerd u regelmatig de afstelling voor u de laser gebruikt, ook na transport en wanneer
de laser langere tijd is opgeborgen geweest.
!
Controleren van de verticale lijn:
Apparaat op ca. 5 meter van de wand opstellen, aan de wand een lood met ongeveer 2,5 meter draad
bevestigen, de draad moet vrij kunnen pendelen, apparaat instellen in de verticale positie en wanneer u de
draad nadert, mag het verschil niet meer zijn dan ± 1,75 mm. In dat geval blijft u binnen de gestelde tolerantie.
Controleren van de horizontale lijn:
Apparaat op ca. 5 meter van de wand opstellen, en het laserkruis instellen,
punt B aan de wand markeren, laserkruis ca. 2,5 meter naar rechts draaien
en punt C markeren. Controleer nu of of de waterpaslijn van punt C op
gelijke hoogte ligt met punt B - met een tolerantie van max. ± 1,75 mm.
Dezelfde controle kunt u tevens naar links uitvoeren.
Wanneer het verschil tussen punt A2 en A3 groter is dan de aangegeven tolerantie,
nl. 0,35 mm / m, is een kalibratie nodig. Neem hiervoor contact op met uw vakhandelaar
of met de serviceafdeling van UMAREX-LASERLINER.
!
NL
Summary of Contents for SuperPlane-Laser 3D
Page 62: ...62...
Page 63: ...SuperPlane Laser 3D 63...