NL - 77
3 GEBRUIK VAN HET APPARAAT
3.1. Instelling Thermostaat
De thermostaat regelt automatisch
de binnentemperatuur van het
koelingscompartiment en het
vriezercompartiment. Door de knop
van stand 1 naar 5 te draaien wordt de
temperatuur kouder.
Belangrijke opmerking:
Draai de
knop niet voorbij stand 1 want dit zal
uw toestel uitschakelen.
Lamp van de koelkast
Thermostaat
super-schakelaar
(In sommige modellen)
Instelling van de thermostaat voor koel-
en vriezercompartiment
•
Voor opslag op korte termijn van voedsel
in het diepvriezercompartiment, u kunt
de knop tussen minimum en middelgrote
positie plaatsen. (1 - 3)
•
Voor opslag op lange termijn van voedsel
in het diepvriezercompartiment, u kunt
knop middelgrote positie plaatsen. (3 - 4)
•
Voor het invriezen van vers voedsel in
het diepvriezercompartiment, u kunt de
knop tussen maximum positie plaatsen.
(5) Dus nadat het voedsel is ingevroren
moet u de thermostaat in de vorige stand
zetten.
Supervriezen:
Deze schakelaar
moet worden gebruikt als schakelaar
voor supervriezen. Voor maximale
diepvriescapaciteit dient u deze schakelaar
in te schakelen voordat u het verse voedsel
plaatst. Na het plaatsen van vers voedsel
in de vriezer, is het doorgaans voldoende
om deze 24 uur AAN te zetten. Zet deze
schakelaar 24 uur na het plaatsen van vers
voedsel uit om stroom te besparen.
3.2 Waarschuwingen met betrekking tot
temperatuur instellingen
•
Het wordt afgeraden uw koelkast te
gebruiken in omgevingen die kouder zijn
dan 10°C in termen van efficiënte.
•
Temperatuurveranderingen kunnen
optreden naar gelang de regelmaat
dat de deur wordt geopend en de
hoeveelheid etenswaren die wordt
bewaard in de koelkast.
•
Zodra de stekker in het stopcontact is
gestopt moet de koelkast ononderbroken
24 uur lang de gewenste temperatuur
kunnen bereiken. Open de deuren
van uw koelkast niet en plaats geen
etenswaren in de koelkast tijdens die
periode.
•
Als de eenheid uitgeschakeld of
afgesloten is, u moet minstens 5 minuten
toestaan alvorens of hergestopt de
eenheid opnieuw te beginnen om niet te
om de compressor te beschadigen.
•
Uw koelkast kan worden gebruikt in
de omgevingstemperatuur die wordt
vermeld op het informatie label. Voor
een efficiënte koeling raden wij u af om
uw koelkast te gebruiken die buiten de
vermelde temperatuurwaarden valt.
•
Dit apparaat is ontworpen voor gebruik
bij een omgevingstemperatuur tussen de
16 °C - 43 °C.
Klimaatklasse en betekenis:
T (tropisch):
Dit koelapparaat is bedoeld
voor gebruik bij omgevingstemperaturen
van 16 °C tot 43 °C.
ST (subtropisch):
Dit koelapparaat
is bedoeld voor gebruik bij
omgevingstemperaturen van 16 °C tot
38 °C.
N (matig):
Dit koelapparaat is bedoeld voor
gebruik bij omgevingstemperaturen van
16 °C tot 32 °C.