130
7.10 DE HOEVEELHEID REINIGINGSMIDDEL
IN DE REINIGINGSOPLOSSING AANPASSEN
De hoeveelheid reinigingsmiddel die in de
reinigingsoplossing moet worden gebruikt,
kan worden aangepast via de drukknop op het
bedieningspaneel (foto 6-G).
Door de keuzeknop meerdere malen in te drukken
wordt de hoeveelheid afgegeven reinigingsmiddel
vermeerderd; de verdunning van het afgegeven
reinigingsmiddel wordt weergegeven op het
bedieningspaneel (foto 6-G) via de progressieve
niveaus gemarkeerd in het grafische symbool (foto
7).
Het verdunningspercentage van het reinigingsmiddel
is afhankelijk van de hoeveelheid afgegeven schoon
water, wat door de bedieningshendel kan worden
aangepast (foto 7); als de schone waterstroom
de helft van de mogelijke hoeveelheid bedraagt,
wordt het verdunningspercentage weergegeven
in (foto 28); als de schone waterstroom de volle
hoeveelheid is, wordt het verdunningspercentage
weergegeven in (foto 28).
B
C
A
Foto 28
A) Verstelhendel waterstroom
B: kraan gesloten
C: kraan geopend
7.11 DE MACHINE BESTUREN
Model "B" - "BT" DC 24V
- Steek de contactsleutel (foto 4-H) in het slot en
schakel de machine AAN.
- Controleer de laadtoestand van de batterij via
de accutest op het bedieningspaneel (foto 4-E).
- Schakel de motorborstelschakelaar AAN ( foto 6-A).
De borstel gaat alleen roteren als de gebruiker
aan de bedieningshendel van de borstel trekt
(foto 2-A).
- Schakel de zuigmotorschakelaar AAN (foto 6-B).
- Open de draaihendel van de schoonwaterklep
(foto 4-A).
- Laat de vloerwissercomponent zakken met de
hendel voor heffen/neerlaten (foto 4-B).
- Reinig de vloer terwijl u langzaam voorwaarts
rijdt, en trek aan de bedieningshendel (foto 2-A)
om het draaien van de borstel en de uitstroom
van schoonwater te starten; als u de hendel
loslaat zal de borstel na enkele seconden
stoppen met ronddraaien.
Vergeet niet om de vloerwisser te heffen voordat
u achteruit gaat rijden, om te voorkomen dat
deze wordt beschadigd.
7.12 WERKMETHODE
7.12.1 VOORBEREIDING EN
WAARSCHUWINGEN
Verwijder alle losse vaste resten van het te
bewerken oppervlak (met geschikt gereedschap,
waaronder stofzuigers, wisser, enz.).Als dit
niet gebeurt, kan het vaste vuil de vloerwisser
belemmeren om naar behoren te werken, waardoor
de efficiëntie bij het drogen afneemt.
Alleen getraind personeel mag met deze machine
rijden.
7.12.2 CONTROLES VOOR HET
LAADVERMOGEN VAN DE ACCU
De volgorde van de lampjes van de acculaadtest (foto
14) geeft de laadtoestand van de accu weer (groen
lampje = accu volledig geladen; geel lampje = accu
halfvol; rood lampje = accu leeg).Als het rode lampje
gaat branden, moet de borstelmotor uitgeschakeld
worden, de afvoer van de reinigingsoplossing
worden afgesloten, moet het laatste restje vocht
worden gedroogd en dient u vervolgens naar de
acculaadruimte te gaan om de accu op te laden.
De accu kan onherstelbaar beschadigd raken als de
restlading te laag daalt (zie de bedieningshandleiding
van de accu).Probeer de accu niet buiten de
veiligheidslimieten te ontladen, door de sleutel uit en
aan te draaien, of op enige andere wijze.
7.12.3 DIRECT SCHROBBEN OF
SCHROBBEN VAN
LICHT VERVUILDE OPPERVLAKKEN
Schrobben en drogen in een enkele doorgang.
Bereid de machine voor zoals eerder beschreven en
gebruik hem zoals beschreven in paragraaf 7.11.
☞
Gebruik de machine nooit zonder de oplossing
met reinigingsmiddel: de vloer kan worden
beschadigd.
7.12.4 DIRECT SCHROBBEN OF
SCHROBBEN VAN LICHT VERVUILDE
OPPERVLAKKEN
Schrobben en drogen in een enkele doorgang.
Bereid de machine voor zoals eerder beschreven en
gebruik hem zoals beschreven in paragraaf 7.11.
☞
Gebruik de machine nooit zonder de oplossing met
reinigingsmiddel: de vloer kan worden beschadigd.
7.12.4 INDIRECT SCHROBBEN OF
SCHROBBEN VAN ERNSTIG
VERVUILDE OPPERVLAKKEN
Schrobben en drogen in meerdere doorgangen.
Summary of Contents for NEXT EVO
Page 178: ......