28
alcohol of medicijnen
. Een moment van onoplettendheid bij het ge- bruik van het elektrische gereedschap kan tot
ernstige verwondingen leiden.
b. Draag persoonlijke beschermende uitrusting. Draag altijd een veiligheidsbril
. Het dragen van
persoonlijke beschermende uitrusting zoals een stofmasker, slipvaste werkschoenen, een veiligheidshelm of
gehoorbescherming, afhankelijk van de aard en het gebruik van het elektrische gereedschap, vermindert het risico
van verwondingen.
c. Voorkom per ongeluk inschakelen. Controleer dat het elektrische gereedschap uitgeschakeld is
voordat u de stekker in het stopcontact steekt of de accu aansluit en voordat u het gereedschap oppakt of
draagt
. Wanneer u bij het dragen van het elektrische gereedschap uw vinger aan de schakelaar hebt of wanneer u
het gereedschap ingeschakeld op de stroomvoorziening aansluit, kan dit tot ongevallen leiden.
d. Verwijder instelgereedschappen of schroefsleutels voordat u het elektrische gereedschap inschakelt
.
Een instelgereedschap of sleutel in een draaiend deel van het gereedschap kan tot verwondingen leiden.
e. Voorkom een onevenwichtige lichaamshouding. Zorg ervoor dat u stevig staat en steeds in evenwicht
blijft
. Daardoor kunt u het elektrische gereedschap in onverwachte situaties beter onder controle houden.
f. Draag geschikte kleding. Draag geen loshangende kleding of sieraden. Houd haren, kleding en
handschoenen uit de buurt van bewegende delen
. Loshangende kleding, lange haren en sieraden kunnen door
bewegende delen worden meegenomen.
g. Wanneer stofafzuigings of stofopvangvoorzieningen kunnen worden gemonteerd, dient u zich ervan te
verzekeren dat deze zijn aangesloten en juist worden gebruikt
. Het gebruik van een stofafzuiging beperkt het
ge- vaar door stof.
4. Zorgvuldige omgang met en zorgvuldig gebruik van elektrische
gereedschappen
a. Overbelast het gereedschap niet. Gebruik voor uw werkzaamheden het daarvoor bestemde elektrische
gereedschap
. Met het passende elektrische gereedschap werkt u beter en veiliger binnen het aangegeven
capaciteitsbereik.
b. Gebruik geen elektrisch gereedschap waarvan de schakelaar defect is
. Elektrisch gereedschap dat niet
meer kan worden in-of uitgeschakeld, is gevaarlijk en moet worden gerepareerd.
c. Trek de stekker uit het stopcontact of neem de accu uit het elektrische gereedschap voordat u het
gereedschap instelt, toebehoren wisselt of het gereedschap weglegt
. Deze voorzorgsmaatregel voorkomt
onbedoeld starten van het elektrische gereedschap.
d. Bewaar niet-gebruikte elektrische gereedschappen buiten bereik van kinderen. Laat het gereedschap
niet gebruiken door personen die er niet mee vertrouwd zijn en deze aanwijzingen niet hebben gelezen
.
Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk wanneer deze door onervaren personen worden gebruikt.
e. Verzorg het elektrische gereedschap zorgvuldig. Controleer of bewegende delen van het gereedschap
correct functioneren en niet vastklemmen en of onderdelen zodanig gebroken of beschadigd zijn dat de
werking van het elektrische gereedschap nadelig wordt beïnvloed. Laat deze beschadigde onderdelen voor
het gebruik repareren
. Veel ongevallen hebben hun oorzaak in slecht onderhouden elektrische gereedschappen.
f. Houd snijdende inzetgereedschappen scherp en schoon
. Zorgvuldig onderhouden snijdende
inzetgereedschappen met scherpe snijkanten klemmen minder snel vast en zijn gemakkelijker te geleiden.
g. Gebruik elektrisch gereedschap, toebehoren, inzetgereedschappen en dergelijke volgens deze
aanwijzingen. Let daarbij op de arbeidsomstandigheden en de uit te voeren werkzaamheden.
Het gebruik
van elektrische gereedschappen voor andere dan de voorziene toepassingen kan tot gevaarlijke situaties leiden.
5. Service
a. Laat het elektrische gereedschap alleen repareren door gekwalificeerd en vakkundig personeel en
alleen met originele vervangingsonderdelen
. Daarmee wordt gewaarborgd dat de veiligheid van het
gereedschap in stand blijft.
VEILIGHEIDSWAARSCHUWINGEN SPECIFIEK VOOR ELEKTRISCHE BREKER
- Kinderen nooit toestaan het apparaat te gebruiken.
- Het apparaat nooit aanzetten als er mensen in de buurt staan.
- Oorbescherming en een veiligheidsbril dragen. Deze dragen tijdens de gehele bedrijfsduur van het apparaat.
- Geen losse of wijde kleding dragen of kleding met hangende banden of koorden.
- Het apparaat slechts in de ruimte gebruiken (d.w.z. niet nabij een wand of een andere star object) en op een
vaste, egale ondergrond.
- Het apparaat niet gebruiken op een geplaveide met grind bestrooid oppervlak.
NL