24
Toerental of aantal slagen wijzigen (Fig 3)
Door verdraaien van het stelwiel (8) kan het aantal toeren of slagen per minuut worden veranderd. De markering
op het stelwiel is van 1 (laagste toerental 235 t/min / laagste aantal slagen 1350 s/min) tot 6 (hoogste toerental 514
t/min / hoogste aantal slagen 2950 s/min).
!WAARSCHUWING!
- Door voortdurend en langdurig gebruik van de machine met een laag toerental kan de motor overbelast worden
en een defect aan de machine veroorzaken.
- Het stelwiel kan alleen maar tot de stand 6 en terug tot de stand 1 verdraaid worden. Forceer het stelwiel niet
voorbij de stand 6 of 1, omdat anders de toerentalregeling niet meer functioneert.
Beitelstand (Fig 8 en 9)
De beitel kan in verscheidene standen worden vergrendeld.
- Verdraai de functiekeuzeschakelaar (11) totdat de wijzer
▲
naar het
-pictogram wijst (Fig 8).
- Draai de beitel in de gewenste beitelstand. (Fig 9)
- Verdraai de functiekeuzeschakelaar (11) totdat de wijzer
▲
naar het -pictogram wijst.
Controleer de vergrendeling van het gereedschap door het iets te verdraaien.
BEDIENING
In- en uitschakelen (Fig 14)
!WAARSCHUWING!
Voordat u de stekker in het stopcontact steekt moet u de juiste werking
van de aan/uit-schakelaar (14) controleren en dat bij het
loslaten deze schakelaar in de stand “OFF” terugkeert.
- Druk de aan/uit-schakelaar (14) in en houd deze ingedrukt om de machine
in te schakelen.
- Laat de aan/uit-schakelaar (14) los om de machine uitschakelen.
Indicatielampje (Fig 4)
Fig 14
Het groene voedingsindicatielampje (9) gaat branden als de stekker in het stopcontact is gestoken.
- Als het indicatielampje niet brandt kan het netsnoer of de regeleenheid defect zijn.
- Als het indicatielampje brandt en de machine functioneert niet, ook als deze is ingeschakeld, kunnen de
koolborstels versleten zijn, of de regeleenheid, motor of aan/uit-schakelaar defect zijn.
- Het rode onderhoudsindicatielampje (10) gaat branden als de koolborstels bijna versleten zijn en om aan te
geven dat de machine onderhoud nodig heeft.
- Na een gebruiksduur van enkele uur wordt de machine automatisch uitgescha keld.
Hamerboren (Fig 6 en 10)
- Stel de functiekeuzeschakelaar (11) in op het
-pictogram.
- Plaats de boor in de gewenste stand van het boorgat. en druk daarna de aan/uit-schakelaar (14) in.
Forceer de machine niet. Een lichte druk op de machine levert het beste resultaat.
- Houdt de machine in positie en voorkom dat de boor wegglijdt van het boorgat.
- Voer de druk op de machine niet op als het boorgat verstopt raakt met scherven en steentjes. Laat echter de
machine onbelast draaien en trek de boor gedeeltelijk terug uit het bootgat. Door dit een aantal malen te herhalen
wordt het boorgat schoongemaakt en u kunt de normale boorwerkzaamheden weer hervatten.
!WAARSCHUWING!
Als de boor door het beton komt of als de boor het bewapeningsijzer in beton raakt kan de machine hierdoor op
een gevaarlijke wijze reageren. Houd de machine in verband met de daarbij optredende krachten altijd met beide
handen stevig vast en zorg ervoor dat u stevig staat.
Hakken/Bikken/Slopen
- Stel de functiekeuzeschakelaar in op het --pictogram.
- Houd de machine stevig met beide handen vast.
14
NL
Summary of Contents for PSM040
Page 4: ...4 Fig 1 Fig 2 Fig 9 Fig 10 Fig 7 Fig 8 Fig 3 Fig 4 Fig 5 Fig 6...
Page 35: ...35 Figure A 2015 08...
Page 36: ...36 Notes...
Page 38: ...38 Notes...
Page 39: ...39 Notes...