41
Om meer informatie weer te geven
Druk op de toets
INFO
.
Elke keer dat u op de toets INFO drukt, wordt de
volgende informatie weergegeven: DLS-tekst, DL
Plus-informatie (dit wordt alleen weergegeven als deze
door de zender wordt uitgezonden), signaalsterkte,
programmatype, ensemble-naam,
kanaalnummer/frequentie, waarde signaalfout, bitrate,
codec/DAB-variant, tijd en datum.
Opmerking: DL Plus toont aanvullende informatie die via de zenders kunnen worden
uitgezonden en tijdelijk op uw radio worden opgeslagen.
Om terug te keren naar het standaardscherm
Nu afspelen
, houdt u de toets
INFO
ingedrukt.
6. Andere instellingen
Dynamisch bereik compressie (DRC)
Deze functie vermindert het verschil tussen het zachtste en de
hardste geluid dat wordt uitgezonden.
Hierdoor worden zachte geluiden relatief harder, en harde
geluiden relatief zachter.
Opmerking: DRC werkt alleen wanneer beschikbaar gesteld
door de uitzender voor een specifiek station.
De instelling DRC wijzigen
Selecteer
MENU > DRC
> De beschikbare opties zijn:
DRC uit | laag | hoog.
FM-bediening
De FM-radiomodus ontvangt analoge radio van de FM-band en
toont RDS-informatie (Radio Data System) over de zender en het
programma (tijdens de uitzending).
1. Zenders selecteren
Als u FM-radio voor eerste keer selecteert, is het apparaat ingesteld
op de laagste frequentie in de FM-band.
Een zender scannen in de FM-modus
Druk op de toets
AMS
. Het apparaat scant door de frequenties van
de FM-band, waarbij de huidige frequentie op het scherm wordt
weergegeven.
Het scannen stopt als er een signaal is gevonden. Het apparaat kan
worden ingesteld om te stoppen bij elke zender of alleen bij een
zender met een sterk signaal (voor details zie Scaninstellingen op
Pagina NL-18).
U kunt ook de toetsen
gebruiken om af te stemmen in
stappen van 50 kHz.
2. Voorkeuzes
Het apparaat beschikt over 40 voorkeuzezenders voor FM, die op dezelfde manier werken als
voorkeuzezenders in de DAB-modus, zoals eerder beschreven in Voorkeuzezenders op pagina
NL-16.