92
GEBRUIK (18.1+X17)
De bestuurder dient de volgende gebruiksaanwijzingen in de rijpositie uit te voeren; de
handelingen dienen zo uitgevoerd te worden dat men redelijk ver van de gevaarlijke zones
(hefmasten, vork, kettingen, poelies, aandrijfwielen en stabilisatoren en andere in beweging
zijnde onderdelen) blijft i.v.m. de veiligheid van de handen en voeten.
Veiligheidsnormen
De pallettruck dient volgens de volgende normen gebruikt te worden:
a) De bestuurder van de machine dient de gebruiksaanwijzingen van het voertuig te kennen
en de juiste kleding, beschermende schoenen en helm te dragen.
b) De bestuurder is verantwoordelijk voor de pallettruck en dient er voor te zorgen dat on-
bevoegde personen niet met de truck rijden of op de vork klimmen.
De gebruiker dient onbevoegden te verwijderen uit de zone waarin de pallettruck zich
beweegt en onmiddellijk te waarschuwen indien er personen in gevaar zijn; in het geval er,
ondanks de waarschuwing, nog steeds personen op de werkplek zijn dient de bestuurder
de pallettruck meteen te stoppen.
c) Het is verboden te blijven staan in de zones waar er onderdelen in beweging zijn en te
klimmen op de vaste delen van de pallettruck.
d) Tijdens het rijden dient de bestuurder er op te letten dat er een goede zichtbaarheid is en
dat er voldoende ruimte is bij het achteruit rijden.
e) Indien de pallettruck met de lift vervoerd wordt, dient de pallettruck hier met de vork naar
voren in te rijden (eerst controleren dat de lift voldoende draagkracht heeft).
f) Het is ten strengste verboden de veiligheidsmechanismen buiten bedrijf te stellen of te
demonteren. Indien de pallettruck in een omgeving met hoog brand- en explosiegevaar
ingezet wordt, moet de pallettruck hiervoor goedgekeurd zijn.
g) De MAXIMALE DRAAGKRACHT van de pallettruck zoals aangegeven op plaatje “A” (fig.4)
mag in geen geval overschreden worden.
De bestuurder dient zich ervan te verzekeren dat de lading goed en ordelijk op de vork ver-
deeld staat. De lading mag in geen geval meer dan 50 mm van de vork uitsteken.
h) Het is verboden de heftruck met elektrische of mechanische middelen te slepen; alleen
het gebruik van mensenkracht is toegestaan.
i) Het is verboden de pallettruck te bewegen met de vorken in hoge positie, dit is alleen
toegestaan tijdens de nodige laad- en losmanoeuvres
l) Voordat er met het werken begonnen wordt dient de bestuurder eerst het volgende te contro-
leren:
•
de werking van de rem en de parkeerrem
•
dat de ladingsvorken in perfecte conditie verkeren
•
dat de wielen en rollen heel zijn
•
dat alle veiligheidsmechanismen goed werken
m) De wagen moet zowel tijdens het gebruik als bij het parkeren beschermd worden tegen de
regen en sneeuw en mag niet gebruikt worden in vochtige omgeving.
n) Gebruikstemperatuur 0°C/+40°C
o) Het is verboden voedingsmiddelen te vervoeren die in direct contact komen met de hef-
truck.
p)De machine heeft geen speciale verlichting nodig. In ieder geval zorgen dat de werkplaats
voldoende en overeenkomstig de regels verlicht is.
IN GEVAL VAN SCHADE OF ONGEVAL WEGENS NALATI-
GHEID, MONTAGE DOOR NIET BEVOEGDE TECHNICI EN
ONJUIST GEBRUIK KAN HET CONSTRUCTIEBEDRIJF NIET
VERANTWOORDELIJK GESTELD WORDEN.
Verplaatsen
Voer verplaatsingen altijd uit met de lading in lage stand en in
de werkrichting door de heftruck aan de stuurstang te slepen.
Stuur de heftruck zeer voorzichtig aangezien door plotselinge
bewegingen gevaarlijke situaties kunnen ontstaan.