8
DO906K/02
NL
· SN: Subnormaal: omgevingstemperatuur 10°C tot 32°C
· N: Normaal: omgevingstemperatuur 16°C tot 32°C
· ST: Subtropisch: omgevingstemperatuur 16°C tot 38°C
· T: Tropisch: omgevingstemperatuur 16°C tot 43°C
GEBRUIK
TEMPERATUURINSTELLING
Aan de achterzijde van het toestel kan je de temperatuur instellen waarbij
1 de warmste is en 5 de koudste. Stand 3 is de aanbevolen positie voor
normaal gebruik.
De werkingstijd en –temperatuur worden beïnvloed door de plaats waar
de koelkast wordt gebruikt, het aantal keer de deur wordt geopend en de
temperatuur van de kamer waar de koelkast zich in bevindt.
LEVENSMIDDELEN IN DE KOELKAST BEWAREN
De koelkast zorgt voor een langere bewaartijd van verse, beperkt houdbare levensmiddelen.
Bewaren van vers voedsel voor het beste resultaat:
· Bewaar alleen zeer verse levensmiddelen van een goede kwaliteit.
· Zorg dat de levensmiddelen goed zijn verpakt of afgedekt voordat je ze bewaart. Dit
vermijdt dat de levensmiddelen uitdrogen, bleker worden of aan smaak verliezen en zorgt
voor een langere versheid. Dit vermijdt tevens overdracht van geuren.
· Zorg dat levensmiddelen met een sterke geur goed verpakt en afgedekt zijn en bewaar
deze uit de buurt van boter, melk en room en andere levensmiddelen die door een sterke
geur aangetast kunnen worden.
· Laat warme levensmiddelen afkoelen voordat je ze in de koelkast plaatst.
BEWAARWIJZER
Richt je koelapparaat als volgt in voor de beste bewaring:
Compartiment koelkast
Type levensmiddelen
Deurrek
· Voeding met natuurlijke
bewaarmiddelen, zoals jam, sap, drank,
specerijen,…
· Bewaar hier geen beperkt houdbare
voeding
Middelste legger
Zuivel en eieren
Bovenste legger
Voeding die niet gekookt moet worden,
zoals kant-en-klare maaltijden, restjes, beleg
Bewaar bananen, uien, aardappelen en look niet in de koelkast.