33
NL/BE
Gevoeligheid van de
sensor instellen
Draai de draairegelaar SENS
17
aan de on-
derkant van de bewegingsmelder
9
met de
klok mee, om de gevoeligheid van de sensor te
verhogen.
Opmerking:
de bewegingsmelder detecteert
warmtestraling. Hij reageert bij lage omge-
vingstemperaturen gevoeliger op lichaams-
warmte dan bij hoge omgevingstemperaturen.
Let erop dat de gevoeligheid van de sensor in
de loop der jaren gereguleerd moet worden.
Lichtgevoeligheid instellen
Draai de draairegelaar LUX
16
aan de onder-
kant van de bewegingsmelder
9
rechtsom om
de lichtgevoeligheid te verhogen. In de positie
reageert de bewegingsmelder slechts bij
donkere nachten (ca. 5 lx). In de positie rea-
geert de bewegingsmelder ook bij daglichtni-
veau, zolang ca. 20.000 lx niet wordt
overschreden.
Bewegingsmelder instellen
Verwijder de bevestigingsschroef
7
van de
bewegingsmelder
9
.
Draai de draairegelaar LUX
16
op de stand .
Richt de bewegingsmelder in de centrale rich-
ting van het gewenste gebied.
Beweeg in het gebied tot u met de prestaties
van de bewegingsmelder tevreden bent. Veran-
der daarvoor de stand van de draairegelaar
SENS
17
of de richting van de bewegingsmelder.
Draai de bevestigingsschroef
7
weer vast om
de instellingen te bewaren.
Draai de draairegelaar LUX
16
in de gewenste
positie. Bepaal deze tijdens de schemering,
waarin de spot
10
moet reageren. Draai de
draairegelaar LUX
16
langzaam met de klok
mee, totdat hij op beweging in het gebied
reageert.
Reiniging en opbergen
Zet de AAN-/UIT-schakelaar
11
op de stand
OFF als u het product niet gebruikt en wilt
opslaan.
Controleer de bewegingsmelder
9
en de
zonnecellen
12
regelmatig op vervuiling. Ver-
wijder dit om de onberispelijke functie van het
product te waarborgen.
Houd het product, vooral de zonnecel, in de
winter sneeuw- en ijsvrij.
Reinig het product met een stofvrije, licht voch-
tige doek en met een mild reinigingsmiddel.
Storingen oplossen
=
Storing
= Oorzaak
= Oplossing
=
Het product schakelt zich niet in.
= De AAN-/UIT-schakelaar
11
staat op de
stand OFF.
= Zet de AAN-/UIT-schakelaar
11
op de stand
ON.
= De draairegelaar LUX
16
is te donker ingesteld.
= Stel de draairegelaar LUX
16
lichter in.
= De bewegingsmelder
9
is vervuild of ver-
keerd gericht.
= Reinig de bewegingsmelder
9
of richt hem
opnieuw.
= De gevoeligheid van de bewegingsmelder
9
is te laag.
= Stel de gevoeligheid van de bewegingsmelder
9
opnieuw in (zie hoofdstuk ‚Gevoeligheid
van de sensor instellen‘)
= De batterij is leeg.
= Laad de batterij op (zie hoofdstuk ‚Batterij
opladen‘).
=
Het product gaat ook aan bij lichte
omstandigheden.
= De lichtgevoeligheid is te hoog ingesteld.
= Draai de draairegelaar LUX
16
linksom.