Installatie
- 43 -
02.20
909.2079.9-03
5
Beoogd gebruik
Het apparaat is bestemd voor aanvoeren van lasdraad (lastoe-
voegmateriaal) in combinatie met een lasstroombron, onder
zowel commerciële als industriële gebruiksomstandigheden.
6
Veiligheidsinspectie
De eigenaar/gebruiker van professioneel te gebruiken lasappa-
ratuur is afhankelijk van de inzet deze apparatuur periodiek te
onderwerpen aan een veiligheidsinspectie conform EN 60974-
4. Lorch adviseert een inspectie-interval van twaalf maanden.
Voer ook na wijzigingen of herstel van de apparatuur een vei-
ligheidsinspectie uit.
Ondeskundig uitgevoerde veiligheidsinspec-
ties kunnen leiden tot onherstelbare schade
aan de installatie. Meer informatie over veilig-
heidsinspecties is verkrijgbaar bij de geautori-
seerde onderhoudssteunpunten van Lorch.
7
Geluidemissie
Het geluidsniveau van het lasapparaat is lager dan 70 dB(A),
gemeten bij een normlast volgens EN 60974-1 bij maximaal
arbeidspunt.
8
Elektromagnetische compatibili-
teit (EMC)
Dit product voldoet aan de actueel geldende EMC-normen.
Let bij het gebruik op het volgende:
Het lasapparaat is zowel bestemd voor het lassen in com-
merciële als industriële omgevingen (CISPR 11 klasse A).
Bij gebruik in andere omgevingen (bijv. woongebieden)
kunnen andere elektrische apparaten worden gestoord.
Tijdens de inbedrijfstelling kunnen elektromagnetische
problemen ontstaan in:
–
elektriciteitsleidingen, stuurkabels, signaal- en tele-
communicatieleidingen in de nabijheid van het las- of
snijapparaat,
–
televisie- en radiozenders en dito ontvangers,
–
computers en andere stuurschakelingen,
–
beveiligingen van bedrijfsgebouwen en dergelijke
(bijv. alarminstallaties),
–
pacemakers en gehoorapparaten,
–
kalibreer- en meetinstrumenten,
–
in apparaten met te lage stoorvastheid.
Extra afschermingen kunnen vereist zijn als andere voorzie-
ningen in de omgeving storingen ondervinden.
De te beoordelen omgeving kan zich uitstrekken tot voor-
bij de grenzen van het perceel. Dit is mede afhankelijk van
de constructie van het gebouw en andere werkzaamhe-
den die daar plaatsvinden.
Gebruik het lasapparaat conform de gegevens en aanwijzin-
gen van de fabrikant. De eigenaar/gebruiker is verantwoorde-
lijk voor het installeren en voor het juiste gebruik van het las-
apparaat. Als zich elektromagnetische storingen voordoen, is
de eigenaar/gebruiker (ev. met technische assistentie van de
fabrikant) verantwoordelijk voor het verhelpen ervan.
9
Transport
Letselgevaar door omlaag vallen en omval-
len van het apparaat.
Vervoer het apparaat uitsluitend door het aan
de behuizing te dragen door één persoon.
Het apparaat mag niet met een vorkheftruck of
vergelijkbare voorzieningen aan de behuizing
worden opgetild.
10
Installatie
Gevaar voor letsel door kantelen of omlaag
vallen van het lasapparaat.
Beveilig het lasapparaat tegen omvallen
of omlaag vallen bij de montage op een
stroombron of verhoogd platform.
10.1
Vastzetten van de draadaanvoerkoffer
Â
Bevestig de draai-eenheid met de meegeleverde schroe-
ven aan het deksel van de stroombron. Daarbij moet de
aanslagnok van de draai-eenheid (pijl) naar de achterzijde
van het lasapparaat wijzen.
Afb. 2:
Draai-eenheid monteren
Â
Zet de draadaanvoerkoffer op de stroombron.
Let erop dat de draai-eenheid en de opening bij de draad-
aanvoerkoffer midden op elkaar zitten.
Â
Druk de draadaanvoerkoffer krachtig naar beneden tot de
draai-eenheid hoorbaar in de opening klikt.
De draai-eenheid klikt in elke stand (draaihoek) in de ope-
ning vast.