36
• Vermijdt het
alléén
werken.
• Kontroleer voor gebruik de testsnoeren op
beschadigingen en vervang deze indien nodig.
• Voer eventueel de kontinuiteitstest uit. Als de meter van
OVERLOAD (
) gaat naar 0 is hij in orde.
• Selekteer de juiste funktie en het juiste bereik.
WAArSCHUWiNG
Wees voorzichtig met testen boven 60 Volt DC of 25
Volt AC rMS
• Verwijder eerst de VΩ aansluiting en daarna het
COM testnoer.
• Volg de voorgeschreven Veiligheidsprocedures.
• Altijd spanningsloos testen in de Ω (weerstand) en
(diode) funkties.
• Bij ampèretesten de meter iutschakelen voor het
aansluiten in het circuit.
Figuur 2.
internationale elektrische symbolen
Gevaarlijke Spanning
Massa
AC Wissel-Spanning/
Waarschuwingsteken
Stroom
DC Gelijk-Spanning/
Dubbel Ge¨ısoleerd
Stroom
(
volgens klasse 2 I.E.C. 348)
Gelijk/Wissel-
Zekering
Spanning/Stroom
3. HET AANzETTEN
WAArSCHUWiNG
Om elektrische schokken of beschadinging aan de
meter te voorkomen, nooit meer dan 1000 Volt tussen
de ingangsterminal en massa brengen.
1. Sluit de testsnoeren aan op de juiste ingangsterminals
(zie tabel 1, pagina 43).
2. Druk op ON/OFF om de meter aan te zetten en zet
de draaischakelaar op de juiste funktie.
3. Gebruik de testpennen voor een meting. Zet de meter
parallel met het circuit voor Volt-metingen en in serie
voor ampère-metingen. Lees de meetwaarde af op de
display.
4. Druk op de HOLD knop voor de vasthoud funktie.
Druk nog een keer om deze funktie uit te schakelen.
4. HET GEBrUik VAN DE METEr
– ingangsterminals en draaischakelaar.
De positienummers komen overeen met de nummers op
de binnenkant van de omslag.
Zie figuur 1, pagina 2,
voor
meetbereiken.