130
Controleren alvorens te starten!
Controleer de veilige toestand van het appa-
raat:
– Controleer of er geen zichtbare defecten
zijn.
– Controleer of alle onderdelen van het toe-
stel stevig zijn ingebouwd.
– Controleer of de veiligheidsvoorzieningen
niet defect zijn.
Brandstof bijvullen
– Draai het tankdeksel (12) open en neem
het eraf.
– Doe de brandstof er voorzichtig (niet mor-
sen) en slechts tot aan de bovenrand van
de vultrechter (A) in.
– Het tankdeksel (12) op de vultrechter (A)
handvast vastschroeven.
– Als er brandstof gemorst is: de brandstof
beslist opnemen.
Maaihoogte instellen
– Maaihoogte zoals weergegeven instellen.
– Let op de informatie op de maaihoogte-
eenheid.
Stuurbeugel instellen
– Fixeerschroef (A) 90 graden draaien.
– Stuurbeugel (1) op de gewenste hoogte
instellen (let op de fixeerboringen).
– De fixeerschroef (A) 90 graden terug-
draaien (de stift moet in de fixeerboringen
vast kunnen klikken).
Motorolie bijvullen
– Draai de vulschroef voor de motorolie (5)
open en neem ze eraf.
– Motorolie voorzichtig bijvullen (niet mor-
sen!)
– Oliepeil aan de hand van de schaal op de
vulschroef voor de motorolie (5) meten.
– Neem de maximale vulhoeveelheid in
acht.
Motor starten
Starten van de motor
– Gashendel (17) in de bovenste positie
schuiven.
– Inschakelbeugel (2) indrukken.
– Trekstarter (13) langzaam uittrekken tot
de starter inklikt, dan krachtig trekken.
– Evt. meerdere keren aan de trekstarter
trekken, tot de motor aanslaat.
Motor uitschakelen
– Gashendel (17) in de onderste positie
schuiven.
• Motor schakelt uit
Bovenste stuurbeugel inklappen
– De snelspanner (3) aan beide kanten los-
maken (A)
– De kartelschroef twee à drie omwentelin-
gen losdraaien. (B)
– De bovenste stuurbeugel voorzichtig in
de richting van de gazonmaaiermotor
inklappen.
WAARSCHUWING! Risico op let-
sel!
Het apparaat mag alleen in
gebruik worden genomen als er geen
defecten of fouten zijn gevonden. Als
een onderdeel defect is, moet dit
beslist vóór het volgende gebruik
worden vervangen.
LET OP! Schade aan het toestel!
Het apparaat wordt zonder brandstof
geleverd.
Vul de motorolie absoluut bij voor de
inbedrijfstelling.
Het toestel wordt zonder motorolie
geleverd.
Vul de motorolie absoluut bij voor de
inbedrijfstelling.
WAARSCHUWING! Risico op let-
sel!
Voor elk onderhoud en/of reini-
ging:
– Apparaat uitschakelen.
– Brandstofkraan sluiten.
– Contactschakelaar uitzetten.
– Laat het toestel afkoelen.
GEVAAR! Levensgevaar!
Door
eventueel gemorste brandstof kan
het toestel vuur vatten.
• Veeg gemorste brandstof abso-
luut zorgvuldig af vooraleer u de
motor start.
• Start het toestel ten minste negen
meter verwijderd van de tank-
plaats.
NL
Rasenmaeher_480128.book Seite 130 Dienstag, 12. April 2016 10:02 10