Verzeker uzelf van de juist afstand tussen de kookplaat en afzuigkap. Zie hoofdstuk
11.1
A Recirculatie model
B Afvoer model
A Installatie voor recirculatie model
B Installatie voor afvoer model
Afbeeldingen zijn alleen ter illustratie
16. Installatie
Afzuigkappen met schacht
Nederlands Gebruikers- en installatiehandleiding afzuigkap
(B1)
Via een afvoer door het dak
(B2)
Afvoer via de buitenmuur
1.
Hou de bevestigingshaken
1a
tegen de muur,
markeer de gaten met een stift, boor de gaten, plaatst
de muurpluggen en schroef de gaten stevig aan de
muur en hang de kap op de haken.
1b (1c)
2.
Bevestig het koppelstuk 2a, door met de klok mee te
draaien, tussen de terugslagklep
2b
en afvoer (
Figs. B1
& B2
)
3.
Bevestig beugel
3a
met schroeven
3b
op de schacht;
plaats de bovenschacht in de binnenschacht (
3c
en
3d)
op de kap
3e
en schroef deze vast
3f.
4. Schroef de bevestigingsbeugel 4a
met pluggen en
schroeven aan de muur op de juiste hoogte. Schuif de
bovenschaacht uit naar de bevestigingsbeugel, en
schroef deze vast.
Let op!
Installer koolfilter
(A1)
alleen bij gebruik van
recirculatie.
Houdt dezelfde procedure aan als beschreven in
hoofdstuk
B
. Sla stap 2 echter over.
Sluit de koolfilters
A2
aan voordat u de vetfilters plaatst.
5.
Sluit de kap aan op het stroomnetwerk en plaats de
vetfilters
A2.
1.
Maak de omgeving goed schoon voordat u met de installatie begint, om te voorkomen dat stof of andere resten in de kap terecht
kunnen komen.
2.
Let er op dat de afvoerpijp niet in aanraking of in de buurt komt van gasleidingen en/of leidingen welke heet kunnen worden.
3.
Zorg ervoor dat de afvoerpijp zo recht mogelijk is. In geval van een bocht mag de hoek niet het maximum van 120
°
overschrijden.
4.
Zorg dat de kap waterpas hangt, om vetophoping in de kap te voorkomen.
B2
B1
1
1a
1b
2
2a
2b
3d
3e
3c
3
3b
3f
4
4a
3a
4b
A1
A2
<65 cm>
1c
NL
fi 100417
9