-69-
Beveilig het werkstuk tegen verschuiven en
rangschik de werkstuksteunen zodanig dat het
zaagblad onder het werkstuk vrij loopt.
Houdt de machine aan de handgreep vast en
zet ze met het voorste gedeelte van de
grondplaat op het werkstuk neer.
Schakel de duikzaag in (zie hoofdstuk 5.2). Duik
op de ingestelde snijdiepte en schuif de
machine gelijkmatig in snijrichting vooruit.
Na het snijeinde schakelt u de zaag door
loslaten van schakelaar 8 (afb. 4) uit. Zwenk het
zaagaggregaat in de bovenste vergrendelde
stand terug.
5.7
Zagen met parallelaanslag
De parallelaanslag 18 (afb. 1) dient voor het zagen
parallel ten opzichte van een reeds voorhanden kant.
Daarbij kan de aanslag zowel rechts als ook links aan
de machine worden aangebracht. Daarbij bedraagt
het snijbereik op de rechter kant ca. 140 mm en op
de linker kant ca. 295 mm.
U kunt de snijbreedte na het losmaken van de
vleugelschroeven 19 (afb. 2) verstellen, doordat
u de aanslag desbetreffend verschuift en
vervolgens de vleugelschroeven weer vast
aantrekt.
Aanvullend kan de parallelaanslag door eenvoudig
omdraaien (geleidingsvlakte voor de werkstukkant
wijst naar boven) ook als dubbel steunpunt voor een
betere voering van de invalzaag worden gebruikt. Nu
kan de machine aan een op het werkstuk bevestigde
lat langs worden gevoerd.
5.8
Voorsnijden met het geleidingsrail (extra
toebehoren)
Bij plaatmateriaal verkrijgt u een
zuivere snede wanneer u naar
voren ritst. Gebruik een geschikt
zaagblad (zie hoofdstuk 4.5).
Om te vermijden dat het oppervlak losgerukt wordt,
gaat u als volgt te werk:
Bevestig de geleidingsrail op het werkstuk.
Zwenk de pal 20 (afb. 2) in de richting van de
wijzers tot de aanslag. Ritsdiepte is nu ingesteld
op ca. 3 mm.
Zet de machine met de leigroef op de
geleidingsrail.
Stel de snijdiepte in - rekening houden met d
edikte van de geleidingsrail (zie hoofdstuk 5.3).
Rits de plaat vooruit. Zwenk de pal 20 (afb. 2)
tegen de richting van de wijzers van de klok tot
de aanslag.
Duik tot de vooraf ingestelde snijdiepte en zaag
de volledige plaatdikte door.
5.9
Werken met het diamantzaagblad in
vezelbetonplaten (extra toebehoren)
Hiervoor gaat u op de volgende manier te werk:
Gebruik een geschikt zaagblad (zie hoofdstuk
4.5).
Vervang het zaagblad (zie hoofdstuk 4.6).
Het diamantzaagblad werd
ontwikkeld voor vezelbetonplaten.
De diamant uitgeruste tanden zijn
gevoeliger dan de tanden van het
HM-zaagblad. Daarom werkt u met
een geleidingsrail.
5.10
Werken met geleidingsrails
Om een nauwkeurige geleiding te bereiken, stelt
u met beide stelwielen 21 (afb. 4) de speling in.
Met de duikzaag kan gewerkt worden met de
geleidingsrails die als speciale toebehoren
verkrijgbaar zijn.
Tevens kunnen ook enkele op de markt verkrijgbare
rails gebruikt worden.
Daartoe draait u de schroeven los en verwijdert
u het inzetstuk 24 (afb. 2).
5.11
Werken met de positie-indicator MT-PA
Voor pictogrammen hierbij zie pagina 4.