8
8. Testen van de installatie
1. Alle verwarmingsfolies dienen
aangesloten te zijn gedurende het testen!
2. Meet de totale weerstandswaarde van de
verwarmingsfolies en noteer deze waarde
op de check/controlekaart.
3. Bereken het werkelijke vermogen
(Wattage) met de volgende formule:
vermogen (230V X 230V) = 52900 gedeeld
door de gemeten weerstandswaarde.
Noteer deze waarde op de check/
controlekaart.
4. Meet de totale lengte van de
verwarmingsfolie en bereken het totaal
geïnstalleerde vermogen met de formule: tot.
Geïnstalleerde vermogen = totale lengte
x geïnstalleerde vermogen in W/m (zoals
vermeld op de folie). Noteer deze waarde op
de check/controlekaart.
5. Maak een schets op de middenpagina en
neem, bij voorkeur, een foto van de installatie.
9. Bedekken van de Foil
1. Bedek de verwarmingsfolie met
dampwerende PE folie met een minimale
dikte van 0,1 mm (foto 15). De folie dient
minimaal 200mm uit te steken over de folie.
Indien noodzakelijk kunnen meerdere lagen
gebruikt worden om de totale oppervlakte
van de folie te bedekken.
2.Plaats de vloerdelen (parket, hout of
laminaat) volgens instructies van de
fabrikant (foto 16 & 17). Draag geen zwaar
en of vuil schoeisel ter voorkoming van
beschadiging van de folie. Bescherm de
folie, met stukken overgebleven MAGNUM
Isofoam PS isolatie tijdens het bevestigen
van de vloerdelen.
3. Meet de totale weerstandswaarde van de
verwarmingsfolies en noteer deze waarde
op de check/controlekaart in het midden
van deze voorschriften. Hang deze check
controlekaart in de meterkast)
14
16
15
17
Neder
lands