40
5.
Gebruik de correcte voeding, zoals beschreven in
de gebruiksaanwijzing.
6.
Gebruik het gereedschap niet op bewegende
platformen of in de laadruimte van vrachtwagens.
Door een plotselinge beweging van het platform kunt u
de controle over het gereedschap verliezen en kan
letsel worden veroorzaakt.
7.
Ga er altijd vanuit dat in het gereedschap
bevestigingsmiddelen zitten.
8.
Werk niet gehaast en forceer het gereedschap
niet. Hanteer het gereedschap voorzichtig.
9.
Zorg ervoor dat u tijdens het gebruik van het
gereedschap stevig staat en uw evenwicht goed
bewaart.
Controleer dat er niemand onder u staat
wanneer u op een hoge plaats werkt, en maak de
luchtslang vast om gevaarlijke situaties te voorkomen
als er plotseling aan wordt getrokken of deze bekneld
raakt.
10.
Op daken en andere hoge plaatsen schroeft u
bevestigingsmiddelen erin terwijl u voorwaarts
beweegt.
U glijdt gemakkelijk weg als u
bevestigingsmiddelen erin schroeft terwijl u
achterwaarts kruipt. Als u bevestigingsmiddelen in
een rechtopstaande ondergrond schroeft, werkt u van
boven naar beneden. U kunt op deze manier
schroeven zonder snel vermoeid te raken.
11.
Een bevestigingsmiddel zal krom gaan of het
gereedschap kan vastlopen als u per ongeluk
bovenop een ander bevestigingsmiddel of in een
knoest in het hout schroeft. Het
bevestigingsmiddel kan wegschieten en iemand
raken, of het gereedschap zelf kan gevaarlijk
terugslaan. Kies de plaats voor het
bevestigingsmiddel met zorg.
12.
Laat het geladen gereedschap of de
luchtcompressor onder druk, niet gedurende een
lange tijd in de zon liggen. Zorg ervoor dat stof,
zand, houtsnippers en vreemde stoffen niet
kunnen binnendringen in het gereedschap op de
plaats waar u het laat liggen.
13.
Probeer nooit tegelijkertijd van binnenuit en van
buitenaf bevestigingsmiddelen erin te schroeven.
De bevestigingsmiddelen kunnen er dwars doorheen
schieten of afketsen en een groot gevaar opleveren.
Gevaren door herhalende bedieningen
1.
Wanneer een gereedschap gedurende een lange
tijd wordt gebruikt, kan de gebruiker een
oncomfortabel gevoel ervaren in de handen,
armen, schouders, nek of andere lichaamsdelen.
2.
Bij gebruik van een gereedschap moet de
gebruiker een geschikte en ergonomische
houding aannemen. Zorg ervoor dat u stevig staat
en vermijd lastige en ongebalanceerde houdingen.
3.
Als de gebruiker symptomen ervaart, zoals
aanhoudende of terugkerende ongemakken, pijn,
kloppingen, tintelen, gevoelloosheid, brandend
gevoel of stijfheid, mag u deze tekenen niet
negeren. De gebruiker dient een vakbekwame
zorgmedewerker te raadplegen aangaande zijn
algemene activiteiten.
4.
Het ononderbroken gebruik van het gereedschap
kan leiden tot RSI (Repetitive Strain Injury) als
gevolg van de terugslag van het gereedschap.
5.
Om RSI (Repetitive Strain Injury) te voorkomen,
mag de gebruiker niet te ver reiken of
buitensporige kracht uitoefenen. Bovendien moet
de gebruiker rusten wanneer hij/zij zich moe voelt.
6.
Voer een risicobeoordeling uit met betrekking tot
het gevaar van zich herhalende bewegingen. Deze
moet zich richten op skelet-spieraandoeningen en
dient bij voorkeur te zijn gebaseerd op de
aanname dat een afname van de vermoeidheid
tijdens het werken effectief is in het verminderen
van de aandoeningen.
Gevaren door accessoires en verbruiksartikelen
1.
Koppel de voeding, zoals perslucht, gas of accu al
naar gelang van toepassing, naar het gereedschap
los alvorens accessoires zoals de contactschoen
te verwisselen/vervangen, of het gereedschap af
te stellen.
2.
Gebruik uitsluitend de grootte en het type
accessoires die door de fabrikant worden
geleverd.
3.
Gebruik uitsluitend smeermiddelen aanbevolen in
deze handleiding.
Gevaren door de werkplek
1.
Uitglijden, struikelen en vallen zijn de
hoofdoorzaken van letsel op de werkplek. Wees
bedacht op gladde oppervlakken veroorzaakt door
het gebruik van het gereedschap en tevens op
struikelgevaar veroorzaakt door de
persluchtslang.
2.
Wees extra voorzichtig in een onbekende
omgeving. Er kunnen verborgen gevaren zijn,
zoals elektriciteits- of andere nutsleidingen.
3.
Dit gereedschap is niet voor gebruik in
omgevingen met explosiegevaar en is niet
geïsoleerd tegen aanraking van stroomvoerende
kabels.
4.
Verzeker u ervan dat er geen elektriciteitskabels,
gasleidingen, enz. zijn die een gevaarlijke situatie
zouden kunnen veroorzaken als ze worden
beschadigd door het gebruik van dit gereedschap.
5.
Houd uw werkplek schoon en zorg voor goede
verlichting.
Op een rommelige of donkere werkplek
gebeuren vaker ongevallen.
6.
Er kunnen plaatselijk regels gelden met betrekking
tot geluid, waaraan u zich dient te houden door de
geluidsproductie onder het voorgeschreven
niveau te houden. In bepaalde gevallen moeten
geluidsschermen worden gebruikt om het
geluidsniveau te beperken.
Gevaren door stof en uitlaatgassen
1.
Controleer altijd de omgeving. De lucht die het
gereedschap uitstoot, kan stof of voorwerpen
wegblazen die de gebruiker en/of omstanders
kunnen raken.
2.
Richt de uitlaat zodanig dat in een zeer stoffige
omgeving het opwerpen van stof minimaal is.
3.
Als stof of voorwerpen worden uitgestoten in de
werkomgeving, vermindert u de uitstoot zo veel
mogelijk om de gezondheidsrisico’s en kans op
letsel te verkleinen.
Summary of Contents for 0088381090490
Page 6: ...6 31 004320 ...