39
Aanduiding van de resterende acculading
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes (zie afb. 2)
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden
gedurende enkele seconden.
OPMERKING:
• Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de
omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de
aangegeven acculading verschilt van de werkelijke
acculading.
• Het eerste (meest linker) indicatorlampje knippert
wanneer het accubeveiligingssysteem in werking is
getreden.
De zaagmethode kiezen (zie afb. 3)
Dit gereedschap kan worden ingesteld op een rechte (op-
en neergaande) of pendelende zaagmethode. Bij de
pendelende zaagmethode wordt het zaagblad naar voren
geduwd tijdens de zaagslag waardoor de zaagsnelheid
sterk toeneemt.
Om de zaagmethode te veranderen, draait u de
zaagmethode-keuzehendel naar de gewenste
zaagmethodestand. Raadpleeg de tabel om de juiste
zaagmethode te kiezen.
006376
In- en uitschakelen (zie afb. 4 en 5)
Om het gereedschap in te schakelen:
Druk op de vergrendelknop om het gereedschap op
standby te zetten. Hierdoor wordt tevens de lamp
ingeschakeld.
Druk op de aan-standbyknop om het gereedschap vanuit
standby in te schakelen.
Om het gereedschap uit te schakelen:
Druk op de aan-standbyknop om het gereedschap uit te
schakelen en standby te zetten.
Druk op de vergrendelknop om het gereedschap vanuit
standby te vergrendelen.
Druk tijdens standby op de vergrendelknop om de lamp
uit te schakelen en het gereedschap te vergrendelen.
OPMERKING:
• Terwijl het gereedschap standby staat, blijft de lamp
branden.
• Als het gereedschap gedurende 10 seconden op
standby blijft staan zonder bediend te worden, wordt
het gereedschap automatisch vergrendeld en gaat de
lamp uit.
De lamp inschakelen
LET OP:
• Kijk niet rechtstreeks in de lamp of naar de bron van de
lamp.
Druk op de vergrendelknop om de lamp in te schakelen.
Door nogmaals op de vergrendelknop te drukken, wordt
het gereedschap uitgeschakeld en gaat de lamp uit.
OPMERKING:
• Gebruik een doek om het vuil van de lens van de lamp
te vegen. Wees voorzichtig de lens van de lamp niet te
bekrassen om de lichtopbrengst niet te verlagen.
• Als het gereedschap oververhit raakt, begint de lamp te
knipperen. Laat het gereedschap afkoelen voordat u
het weer bedient.
Snelheidsregelaar (zie afb. 6)
De snelheid van het gereedschap kan worden ingesteld
door de snelheidsregelaar te draaien. Op stand 6 is de
snelheid het hoogst en op stand 1 het laagst.
Zie de tabel om de juiste snelheid te kiezen voor het
werkstuk dat u wilt zagen. De juiste snelheid is echter ook
afhankelijk van de soort en de dikte van het werkstuk.
Over het algemeen kunt u op een hogere snelheid een
werkstuk sneller zagen, maar gaat de levensduur van het
zaagblad achteruit.
013925
LET OP:
• U kunt de snelheidsregelaar alleen tot aan het cijfer 6
draaien en terug naar 1. Forceer de regelaar niet
voorbij de 6 of de 1 omdat de snelheidsregeling
daardoor defect kan raken.
Indicatorlampjes
Resterende
acculading
Brandt
Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu op.
Er kan een storing
in de accu zijn
opgetreden.
Stand
Zaagactie
Toepassingen
0
Zagen zonder
pendelslag
Voor het zagen van zacht
staal, roestvrij staal en
kunststoffen.
Voor schone zaagsneden in
hout en multiplex.
Zagen met
kleine
pendelslag
Voor het zagen van zacht
staal, aluminium en
hardhout.
Zagen met
middelgrote
pendelslag
Voor het zagen van hout en
multiplex.
For fast cutting in aluminum
and mild steel.
Zagen met grote
pendelslag
Voor het snel zagen van
hout en multiplex.
Te zagen werkstuk
Cijfer op snelheidsregelaar
Hout
4 - 6
Zacht staal
3 - 6
Roestvrij staal
3 - 4
Aluminium
3 - 6
Kunststof
1 - 4