65 NEDERLANDS
3.
Trek de stekker uit het stopcontact en/of ver-
wijder de accu, indien afneembaar, vanaf het
elektrisch gereedschap voordat u afstellingen
maakt, accessoires verwisselt of het elektrisch
gereedschap opbergt.
Dergelijke preventieve
veiligheidsmaatregelen verlagen de kans dat het
elektrisch gereedschap per ongeluk wordt gestart.
4.
Bewaar elektrische gereedschappen die niet
worden gebruikt buiten het bereik van kinde-
ren en voorkom dat personen die onbekend
zijn met het gebruik ervan of met deze instruc-
ties het elektrisch gereedschap gebruiken.
Elektrische gereedschappen zijn gevaarlijk in de
handen van onervaren gebruikers.
5.
Onderhoud het elektrisch gereedschap en
de accessoires. Controleer op een slechte
uitlijning of het aanlopen van draaiende delen,
het afbreken van onderdelen en alle andere
situaties die van invloed kunnen zijn op de
werking van het elektrisch gereedschap. Als
het elektrisch gereedschap beschadigd is, laat
u het eerst repareren voordat u het gebruikt.
Veel ongelukken worden veroorzaakt doordat het
elektrisch gereedschap slecht wordt onderhouden.
6.
Houd snij- en zaaggarnituren scherp en
schoon.
Goed onderhouden snij- en zaaggarnitu
-
ren met scherpe snij- en zaagranden lopen minder
vaak vast en zijn gemakkelijker te gebruiken.
7.
Gebruik het elektrisch gereedschap met de
bijbehorende accessoires, bits, enz., overeen-
komstig deze instructies, met inachtneming
van de werkomstandigheden en het werk dat
wordt uitgevoerd.
Het gebruik van het elektrisch
gereedschap bij andere werkzaamheden dan
waarvoor het is bedoeld, kan leiden tot gevaarlijke
situaties.
8.
Houd de handgrepen en oppervlakken die
vastgepakt worden droog, schoon en vrij van
olie en vetten.
Gladde handgrepen en opper-
vlakken die vastgepakt worden maken het veilig
hanteren en bedienen van het gereedschap in
onverwachte situaties onmogelijk.
9.
Draag tijdens het gebruik van dit gereedschap
geen stoffen werkhandschoenen die erin ver
-
strikt kunnen raken.
Wanneer werkhandschoe-
nen verstrikt raken in de bewegende delen kan
persoonlijk letsel worden veroorzaakt.
Gebruik en verzorging van gereedschap dat op een
accu werkt
1.
Laad alleen op met de acculader aanbevolen
door de fabrikant.
Een acculader die geschikt
is voor een bepaald type accu, kan brandgevaar
opleveren indien gebruikt met een ander type
accu.
2.
Gebruik elektrisch gereedschap uitsluitend
met de daarvoor bestemde accu.
Gebruik van
andere accu’s kan gevaar voor letsel of brandge-
vaar opleveren.
3.
Als de accu niet wordt gebruikt, houdt u deze
uit de buurt van metalen voorwerpen, zoals
paperclips, muntgeld, sleutels, spijkers,
schroeven en andere kleine metalen voorwer-
pen die een kortsluiting kunnen veroorzaken
tussen de accupolen.
Kortsluiting tussen de
accupolen kan leiden tot brandwonden of brand.
4.
Onder zware gebruiksomstandigheden kan
vloeistof uit de accu komen. Voorkom aanra-
king! Als u er per ongeluk mee in aanraking
komt, spoelt u het er met water af. Als de vloei-
stof in uw ogen komt, raadpleegt u tevens een
arts.
Vloeistof uit de accu kan irritatie en brand-
wonden veroorzaken.
5.
Gebruik geen accu of gereedschap dat
beschadigd of gewijzigd is.
Beschadigde of
gewijzigde accu’s kunnen onvoorspelbaar gedrag
vertonen dat kan leiden tot brand, explosie of
gevaar van letsel.
6.
Stel een accu of gereedschap niet bloot
aan vuur of buitensporige temperaturen.
Blootstelling aan vuur of temperaturen hoger dan
130 °C kunnen een explosie veroorzaken.
7.
Volg alle oplaadinstructies en laad de accu
of het gereedschap niet op buiten het tem-
peratuurbereik opgegeven in de instructies.
Verkeerd opladen of bij een temperatuur buiten
het opgegeven bereik kan de accu beschadigen
en de kans op brand vergroten.
Reparatie
1.
Laat uw elektrisch gereedschap repareren door
een vakbekwame reparateur die gebruik maakt
van uitsluitend identieke vervangingsonderde-
len.
Zo bent u ervan verzekerd dat de veiligheid van
het elektrisch gereedschap behouden blijft.
2.
Repareer nooit een beschadigde accu.
Het
repareren van een accu mag uitsluitend wor-
den uitgevoerd door de fabrikant of een erkend
servicecentrum.
3.
Volg de instructies voor het smeren en verwis-
selen van accessoires.
Veiligheidswaarschuwingen voor
een accugrasmaaier
1.
Gebruik de grasmaaier niet bij slechte weers-
omstandigheden, met name wanneer de kans
op bliksem bestaat.
Dit verkleint de kans om
door de bliksem getroffen te worden.
2.
Inspecteer het gebied waar de grasmaaier
gebruikt gaat worden zorgvuldig op de aanwe-
zigheid van dieren.
Dieren kunnen gewond raken
tijdens het gebruik van de grasmaaier.
3.
Inspecteer het gebied waar de grasmaaier
gebruikt gaat worden zorgvuldig en verwijder
alle stenen, stokken, draden, botten en andere
vreemde voorwerpen.
Weggeworpen voorwer-
pen kunnen leiden tot persoonlijk letsel.
4.
Voordat u de grasmaaier gebruikt, inspecteert
u altijd of het snijblad en de bijbehorende
onderdelen niet zijn versleten of beschadigd.
Versleten of beschadigde onderdelen verhogen de
kans op letsel.
5.
Controleer veelvuldig de grasopvanger op
slijtage en beschadigingen.
Een versleten of
beschadigde grasopvanger kan de kans op per-
soonlijk letsel verhogen.
6.
Houd de beschermkappen op hun plaats. De
beschermkappen moeten in werkende staat
zijn en goed gemonteerd zijn.
Een beschermkap
die los zit, beschadigd is of niet goed werkt, kan
persoonlijk letsel veroorzaken.
Summary of Contents for 0088381757904
Page 2: ...2 1 2 Fig 1 Fig 2 1 2 Fig 3 1 Fig 4 1 Fig 5 1 2 Fig 6 1 Fig 7 1 2 3 Fig 8 ...
Page 3: ...3 1 2 Fig 9 1 2 Fig 10 1 2 Fig 11 1 Fig 12 1 Fig 13 1 Fig 14 1 2 Fig 15 1 2 Fig 16 ...
Page 4: ...4 1 2 Fig 17 1 Fig 18 1 Fig 19 1 Fig 20 1 2 Fig 21 Fig 22 Fig 23 1 2 3 Fig 24 ...
Page 5: ...5 Fig 25 1 2 Fig 26 1 Fig 27 2 1 Fig 28 1 Fig 29 1 2 Fig 30 2 1 3 4 Fig 31 ...
Page 6: ...6 3 1 2 Fig 32 ...
Page 147: ...147 ...