41 NEDERLANDS
OPMERKING:
Deze functie werkt niet als de versnel-
ling niet het vooraf bepaalde niveau bereikt wanneer
met het gereedschap wordt gezwaaid.
OPMERKING:
Als het gereedschap met kracht wordt
gestopt, laat u de trekkerschakelaar los en knijpt u
daarna de trekkerschakelaar weer in om het gereed-
schap weer te starten.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
De zijhandgreep (hulphandgreep)
aanbrengen
►
Fig.9:
1.
Zijhandgreep
2.
Uitsteeksel
3.
Groef
4.
Arm
Gebruik altijd de zijhandgreep om verzekerd te zijn van
een veilig gebruik.
Breng de zijhandgreep zodanig aan dat de uitsteeksels
op de arm in de groef in de schacht van het gereed-
schap vallen. Draai de zijhandgreep rechtsom om hem
te bevestigen. De zijhandgreep kan onder de gewenste
hoek worden vastgezet.
Het schroefbit/boorbit aanbrengen
of verwijderen
►
Fig.10:
1.
Bus
2.
Dicht
3.
Open
Draai de klembus linksom los om de klauwen te ope-
nen. Plaats het schroefbit/boorbit zo ver mogelijk in de
spankop. Draai de klembus rechtsom om het bit in de
spankop vast te zetten. Om het schroefbit/boorbit te
verwijderen, draait u de klembus linksom.
De haak aanbrengen
LET OP:
Als u de haak aanbrengt, bevestigt u
deze altijd stevig met de schroef.
Als u dit niet doet,
kan de haak losraken en tot persoonlijk letsel leiden.
LET OP:
Gebruik de onderdelen voor ophan-
gen of monteren uitsluitend waarvoor ze zijn
bedoeld.
Het gebruik voor onbedoelde doeleinden
kan leiden tot een ongeval of persoonlijk letsel.
►
Fig.11:
1.
Gleuf
2.
Haak
3.
Schroef
De haak is handig om het gereedschap tijdelijk op
te hangen. De haak kan aan iedere zijkant van het
gereedschap worden bevestigd. Om de haak te beves-
tigen, steekt u deze in een gleuf op een zijkant en zet
u hem vast met de schroef. Om de haak eraf te halen,
draait u de schroef los en haalt u de haak eraf.
De schroefbithouder aanbrengen
Optioneel accessoire
►
Fig.12:
1.
Schroefbithouder
2.
Schroefbit
Pas de schroefbithouder op de uitstekende nok aan
de voet van het gereedschapshuis, links of rechts naar
keuze, en zet de bithouder vast met een schroef.
Wanneer u het schroefbit niet gebruikt, kunt u het in de
schroefbithouders opbergen. Schroefbits van 45 mm
lengte kunnen hier worden bewaard.
BEDIENING
LET OP:
Wanneer de snelheid sterk afneemt,
verlaagt u de belasting of stopt u het gereedschap
om te voorkomen dat het gereedschap wordt
beschadigd.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand aan
de handgreep en de andere aan de zijhandgreep om
wringkrachten goed te kunnen beheersen.
►
Fig.13
KENNISGEVING:
Bedek de ventilatieopeningen
niet omdat anders het gereedschap oververhit en
beschadigd kan raken.
►
Fig.14:
1.
Ventilatieopening
Gebruik als schroevendraaier
KENNISGEVING:
Stel de instelknop in op het
juiste koppelniveau voor uw werkzaamheden.
KENNISGEVING:
Zorg dat het schroefbit recht in
de schroefkop steekt, anders kunnen de schroef en/of
het schroefbit beschadigd worden.
Lijn eerst
uit met de pijl op het gereedschapshuis
en stel daarna het koppelniveau in.
Plaats de punt van het schroefbit in de schroefkop
en oefen wat druk uit op het gereedschap. Start het
gereedschap langzaam en verhoog dan geleidelijk
de snelheid. Laat de trekkerschakelaar los zodra het
gereedschap automatisch stopt met draaien en het
groene lampje gedurende 5 seconden brandt.
OPMERKING:
Voor het vastdraaien van houtschroe-
ven dient u een boorgat van 2/3 de diameter van de
schroef voor te boren. Dit vergemakkelijkt het vast
-
draaien en voorkomt dat het werkstuk kan splijten.
OPMERKING:
In een koude omgeving kan het
gereedschap stoppen op een lager koppelniveau,
afhankelijk van de omstandigheden.