34
Voor een gereedschap met minischaafmessen (zie
afb. 9)
1. Verwijder het bestaande minischaafmes, als het
gereedschap gebruikt is, en reinig voorzichtig de
cilinderoppervlakken en de cilinderdekplaat. Om de
minischaafmessen van de cilinder af te halen, draait u
de drie bevestigingsbouten los met de dopsleutel. De
cilinderdekplaat komt los tezamen met de
minischaafmessen
(zie afb. 10)
.
2. Om de nieuwe minischaafmessen aan te brengen,
bevestigt u eerst de afstelplaat losjes op de
aanzetplaat met de bolkopschroeven, en plaatst u het
minischaafmes zodanig op het meetblok dat de
snijrand van het minischaafmes precies tegen de
binnenzijde van de meetplaat aanligt.
3. Leg de afstelplaat/aanzetplaat zodanig op het
meetblok dat de schaafmes-positioneringslippen op
de aanzetplaat in de gleuf van het minischaafmes
vallen, duw daarna de hiel van de afstelplaat strak
tegen de achterkant van het meetblok, en draai
tenslotte de bolkopschroeven vast.
4. Het is belangrijk dat het minischaafmes precies tegen
de binnenzijde van de meetplaat aanligt, dat de
schaafmes-positioneringslippen in de gleuf van het
minischaafmes vallen, en dat de hiel van de
afstelplaat tegen de achterkant van het meetblok
aanligt. Controleer zorgvuldig dat deze uitlijning
correct is voor uniform schaafwerk.
5. Plaats de hiel van de afstelplaat in de groef van de
cilinder
(zie afb. 11)
.
6. Plaats de cilinderdekplaat op de afstelplaat/
aanzetplaat en draai de drie zeskantflensbouten
zodanig erin dat een opening overblijft tussen de
cilinder en de afstelplaat om het minischaafmes op
zijn plaats te schuiven. Het minischaafmes wordt op
zijn plaats gehouden door de schaafmes-
positioneringslippen op de aanzetplaat.
7. Het afstellen van het minischaafmes in de
lengterichting moet handmatig worden uitgevoerd
zodat de uiteinden van het minischaafmes zichtbaar
zijn en dezelfde afstand heeft tot de behuizing aan
één kant en de metalen steun aan de andere kant.
8. Draai de drie zeskantflensbouten vast (met de
bijgeleverde dopsleutel) en draai de cilinder rond om
de speling te controleren tussen de rand van het
minischaafmes en de behuizing van het gereedschap.
9. Controleer tenslotte of de drie zeskantflensbouten
stevig zijn aangedraaid.
10. Herhaal de stappen 1 t/m 9 voor het andere
schaafmes.
Voor de juiste afstelling van het schaafmes
Uw schaafwerk zal ruw en ongelijkmatig worden als het
schaafmes niet goed en stevig is aangebracht. Het
schaafmes moet worden bevestigd zodat de rand
absoluut recht is, dat wil zeggen: parallel aan de rand van
de achterzool.
Raadpleeg de onderstaande voorbeelden van juiste en
onjuiste afstellingen.
(A) Voorzool (beweegbare schoen)
(B) Achterzool (vaste schoen)
EN0004-1
Stofzak (los verkrijgbaar) (zie afb. 12)
Voor een gereedschap zonder een mondstuk
Verwijder de schaafselafdekking en breng het mondstuk
(los verkrijgbaar) aan. Bevestig de stofzak op het
mondstuk. Het mondstuk is taps. Bij het bevestigen van
de stofzak, duwt u deze met kracht zo ver mogelijk op het
mondstuk om te voorkomen dat deze tijdens gebruik los
raakt.
Voor een gereedschap met een mondstuk
Bevestig de stofzak op het mondstuk. Het mondstuk is
taps. Bij het bevestigen van de stofzak, duwt u deze met
kracht zo ver mogelijk op het mondstuk om te voorkomen
dat deze tijdens gebruik los raakt
(zie afb. 13)
.
Juiste afstelling
Ondanks dat het niet zichtbaar is op dit
zijaanzicht, lopen de randen van de
schaafmessen perfect parallel aan de rand
van de achterzool.
Inkepingen in het
oppervlak
Oorzaak: Een of beide schaafmessen loopt
niet parallel aan de rand van de
achterzool.
Uithollen aan het
begin
Oorzaak: Een of beide schaafmessen steekt
niet ver genoeg uit ten opzichte van
het achterzooloppervlak.
Uithollen aan het
einde
Oorzaak: Een of beide schaafmessen steekt
te ver uit ten opzichte van het
achterzooloppervlak.
(A)
(B)
(B)
(A)
(A)
(B)
Summary of Contents for BKP140
Page 62: ...62 ...
Page 63: ...63 ...
Page 64: ...ALA Makita Corporation Anjo Aichi Japan 885273A991 www makita com ...