28
geactiveerd). Het Scan-symbool begint te knipperen
op het LCD-display en de radio zoekt automatisch
naar het volgende zendstation. Druk nogmaals op de
Scan-knop om op het gevonden station af te
stemmen.
N.B.
Als het gevonden station een stereostation is, wordt
het stereosymbool op het display weergegeven.
N.B.
Als u niet op de Scan-knop drukt nadat de radio een
station heeft gevonden, blijft deze zoeken naar de
volgende beschikbare stations.
4.
Draai aan de volumeknop om het gewenste
weergavevolume in te stellen. Wijzigingen in het
weergavevolume worden op het LCD-display
weergegeven.
N.B.
Bij het instellen van het weergavevolume kunt u de
afstem-/volumeknop indrukken om van de
volumeregeling naar de afstemregeling te gaan.
5.
Als u de radio wilt uitzetten, drukt u op de aan-/
uitknop. Op het display wordt de melding OFF
weergegeven.
Handmatig afstemmen
1.
Druk op de aan-/uitknop om de radio in te schakelen.
2.
Kies de gewenste golfband door op de Band-knop te
drukken. Richt de antenne zoals hierboven
beschreven.
3.
Bij elke draai aan de afstemknop wordt de frequentie
met de volgende stap gewijzigd:
FM: 50 of 100 kHz
AM (MW): 9 of 10 kHz
N.B.
Als de volumeregeling is geactiveerd, druk dan op de
afstem-/volumeknop om de afstemregeling te
activeren.
4.
Blijf aan de afstemknop draaien totdat de gewenste
frequentie op het display wordt weergegeven.
5.
Gebruik de volumeregeling om het gewenste
weergavevolume in te stellen.
6.
Als u de radio wilt uitzetten, drukt u op de aan-/
uitknop. Op het display wordt de melding OFF
weergegeven.
Stations in het voorkeuzegeheugen
opslaan
U kunt vijf voorkeuzestations instellen voor elke golfband.
1.
Druk op de aan-/uitknop om de radio in te schakelen.
2.
Stem af op het gewenste station met n van de
hierboven beschreven methoden.
3.
Houd de gewenste voorkeuzetoets ingedrukt totdat de
radio een geluidssignaal weergeeft. Het
voorkeuzenummer verschijnt op het display en het
station wordt opgeslagen onder de gekozen
voorkeuzetoets.
4.
Herhaal deze procedure voor de overige
voorkeuzetoetsen.
5.
U kunt in het voorkeuzegeheugen opgeslagen
stations overschrijven door nogmaals de
bovenstaande procedure te volgen.
Stations uit het voorkeuzegeheugen
oproepen
1.
Druk op de aan-/uitknop om de radio in te schakelen.
2.
Selecteer de gewenste golfband.
3.
Druk kort op de voorkeuzetoets voor het gewenste
station. Het voorkeuzenummer en de frequentie van
het station verschijnen op het display.
De alarmfunctie instellen
Als het radioalarm wordt geselecteerd, wordt de radio op
de ingestelde tijd ingeschakeld en geeft deze het gekozen
station weer. Het radioalarm blijft een uur lang actief tenzij
u het uitschakelt door op de aan-/uitknop te drukken. Als u
op de aan-/uitknop drukt terwijl het alarm is geactiveerd,
wordt het alarm voor 24 uur uitgeschakeld.
N.B.
Als de batterijen van de radio leeg zijn, kan het radioalarm
niet worden geactiveerd.
a. Tijd voor radioalarm instellen:
1.
Het radioalarm kan worden ingesteld met de radio
aan- of uitgeschakeld.
2.
Druk kort op de knop voor het radioalarm
, het
symbool voor het radioalarm begint te knipperen.
3.
Houd terwijl het symbool voor het radioalarm knippert
de knop
langer dan 2 seconden ingedrukt. De
radio geeft een geluidssignaal weer.
4.
De urenweergave knippert, draai aan de afstemknop
om de uren in te stellen en druk vervolgens nogmaals
op de knop
om de ureninstelling te bevestigen.
5.
Volg dezelfde procedure om de minuten in te stellen.
Druk op de knop
om de alarmtijdinstelling te
voltooien.
b. Station voor radioalarm instellen:
1.
Druk tijdens het instellen van de tijd voor het
radioalarm en terwijl het symbool voor het radioalarm
knippert op de Band-knop om de gewenste golfband
te selecteren en stel met de voorkeuzetoetsen het
gewenste station voor het radioalarm in. Druk op de
knop
om de instelling van het radioalarm te
voltooien. Op het display wordt
weergegeven.
2.
Houd nadat de tijd en het station voor het radioalarm
zijn ingesteld de knop voor het radioalarm
2 seconden lang ingedrukt om het alarm in of uit te
schakelen. De radio geeft een geluidssignaal weer.
Als het radioalarm is ingeschakeld, wordt het symbool
weergegeven op het display.
N.B.
Als er geen nieuw station voor het radioalarm wordt
geselecteerd, geeft de radio het laatstgekozen
alarmstation weer.