40
BEDIENING VAN HET APPARAAT
De accu aanbrengen en verwijderen (Fig. 3)
LET OP:
•
Schakel altijd eerst het apparaat uit voordat u de accu aanbrengt of verwijdert.
•
Houd het apparaat en de accu stevig vast bij het aanbrengen en verwijderen van de accu. Als u het apparaat en de
accu niet stevig vasthoudt, kunnen deze uit uw handen glippen en leiden tot beschadiging van het apparaat en de
accu en tot persoonlijk letsel.
•
Breng de accu zo ver mogelijk aan tot het rode deel (13) niet meer zichtbaar is. Als u dit niet doet, kan de accu uit
het apparaat vallen en letsel veroorzaken bij uzelf of iemand in uw buurt.
Om de accu te verwijderen, verschuift u de knop (14) en schuift u tegelijkertijd de accu van het apparaat af.
Voor het aanbrengen van de accu plaatst u de tong van de accu in de groef van de behuizing en schuift u de accu
op zijn plaats. Schuif de accu altijd volledig erin totdat deze op zijn plaats vastklikt. Als u het rode deel (13) aan de
bovenkant van de knop kunt zien, is de accu niet volledig vergrendeld.
Druk de accu niet met kracht erin. Als de accu niet gemakkelijk erin schuift, brengt u deze verkeerd aan.
De resterende accuspanning controleren (Fig. 4)
Alleen voor accu’s met een indicatorlampje
Druk op de controleknop (17) van de accu om de resterende accuspanning te zien. De indicatorlampjes (16) branden
gedurende enkele seconden.
Indicatorlampje
Resterende lading
Aan
Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu op.
(alleen voor accu’s van 18 V en 14,4 V)
Er kan een storing zijn opgetreden in de accu.
(alleen voor accu’s van 18 V en 14,4 V)
OPMERKING:
•
Afhankelijk van de gebruiksomstandigheden en de omgevingstemperatuur, kan de aanduiding iets verschillen van
de werkelijke acculading.
Apparaat-/accubeveiligingssysteem
Het apparaat is uitgerust met een beveiligingssysteem. Dit systeem onderbreekt automatisch de voeding naar de
motor om de levensduur van het apparaat en de accu te verlengen. Het apparaat kan tijdens het gebruik automatisch
stoppen als het apparaat of de accu aan één van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld.
- Overbelastingsbeveiliging: Wanneer het apparaat wordt gebruikt op een manier waardoor een abnormaal hoge
stroom wordt getrokken, stopt het apparaat automatisch zonder dat een indicatorlampje gaat branden. Schakel in
die situatie het apparaat uit en stop het gebruik dat ertoe leidde dat het apparaat overbelast raakte. Schakel daarna
het apparaat in om het weer te starten.
- Oververhittingsbeveiliging: Wanneer het apparaat oververhit is, stopt het apparaat automatisch. Laat het apparaat
afkoelen voordat u het weer inschakelt.
- Beveiliging tegen te ver ontladen: Als de acculading laag is, stopt het apparaat automatisch. Als het apparaat niet
werkt, ook niet wanneer de schakelaars worden bediend, verwijdert u de accu vanaf het apparaat en laadt u de
accu op.
De ventilator starten/stoppen (Fig. 1 en 2)
Druk op de aan/uit-schakelaar (1) om de ventilator in te schakelen. Druk nogmaals op de aan/uit-schakelaar om de
ventilator uit te schakelen.