33 NEDERLANDS
Gereedschap-/
accubeveiligingssysteem
Het gereedschap is voorzien van een gereedschap-/accube
-
veiligingssysteem. Dit systeem schakelt automatisch de voe-
ding naar de motor uit om de levensduur van het gereedschap
en de accu te verlengen. Het gereedschap kan tijdens het
gebruik automatisch stoppen als het gereedschap of de accu
aan één van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap wordt gebruikt op een manier
waardoor een abnormaal hoge stroom wordt getrokken,
stopt het gereedschap automatisch zonder dat een
indicatorlampje gaat branden. Schakel in die situatie het
gereedschap uit en stop het gebruik dat ertoe leidde dat
het gereedschap overbelast raakte. Schakel daarna het
gereedschap in om het weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap/de accu oververhit is, stopt
het gereedschap automatisch. Laat in deze situatie het
gereedschap/de accu afkoelen voordat u het gereed
-
schap weer inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed
-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
De resterende acculading controleren
Alleen voor accu’s met indicatorlampjes
►
Fig.2:
1.
Indicatorlampjes
2.
Testknop
Druk op de testknop op de accu om de resterende
acculading te zien. De indicatorlampjes branden gedu
-
rende enkele seconden.
Indicatorlampjes
Resterende
acculading
Brandt
Uit
Knippert
75% tot 100%
50% tot 75%
25% tot 50%
0% tot 25%
Laad de accu
op.
Er kan een
storing zijn
opgetreden in
de accu.
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstan
-
digheden en de omgevingstemperatuur, is het moge-
lijk dat de aangegeven acculading verschilt van de
werkelijke acculading.
Trekkervergrendelknop
LET OP:
Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand “OFF”.
LET OP:
Wanneer u het gereedschap niet
gebruikt, drukt u op de trekkervergrendelknop
vanaf de B-kant om de trekkerschakelaar te ver-
grendelen in de uit-stand.
►
Fig.3:
1.
Trekkervergrendelknop
2.
Trekkerschakelaar
►
Fig.4
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per ongeluk
wordt bediend, is de trekkervergrendelknop aangebracht.
Om de trekkerschakelaar te kunnen inknijpen, duwt u
tegen de trekkervergrendelknop vanaf kant A.
Duw na gebruik altijd tegen de trekkervergrendelknop
vanaf kant B.
Afstellen van de nageldiepte
WAARSCHUWING:
Zorg er altijd voor dat uw
vingers niet zijn geplaatst op de trekkerschake
-
laar of de contactschoen en dat de accu is verwij
-
derd voordat u de nageldiepte instelt.
De nageldiepte kan worden afgesteld op dit nagelpistool.
Om de nageldiepte af te stellen, draait u de instelknop.
De nageldiepte is het grootst wanneer de instelknop zo
ver mogelijk in richting A, aangegeven in de afbeelding,
is gedraaid. De diepte wordt geringer naarmate de instel-
knop in richting B wordt gedraaid. De diepte kan worden
afgesteld van 2,5 mm tot het maximum.
►
Fig.5:
1.
Instelknop
►
Fig.6:
1.
Te diep
2.
Vlak
3.
Te ondiep
De lamp inschakelen
LET OP:
Kijk niet direct in het lamplicht of in
de lichtbron.
Knijp de trekkerschakelaar in of druk de contactschoen
tegen het werkstuk om de lamp in te schakelen. De
lamp blijft branden zo lang de trekkerschakelaar inge
-
knepen wordt gehouden of de contactschoen tegen het
werkstuk wordt gedrukt. De lamp gaat uit 10 seconden
nadat de trekkerschakelaar is losgelaten en de contact-
schoen van het werkstuk is gehaald.
►
Fig.7:
1.
Lamp
OPMERKING:
Gebruik een droge doek om vuil van
de lens van de lamp af te vegen. Wees voorzichtig
dat u de lens van de lamp niet bekrast omdat dan de
verlichting minder wordt.
OPMERKING:
Zelfs als de lamp brandt terwijl de res
-
terende acculading gering is, kan het voorkomen dat
het nagelpistool geen nagels schiet. Als dat gebeurt,
moet u de accu opladen.
OPMERKING:
De lamp begint te knipperen wanneer
het nagelpistool een fout detecteert tijdens het schie
-
ten van de nagel. Breng in dat geval het nagelpistool
naar een fabrieksservicecentrum.