40 NEDERLANDS
Voor model DFR551
Het gereedschap heeft instellingen voor 7 vooraf
bepaalde schroeflengten. Druk de knoppen op het
bovenoppervlak van de aanslagkap in en schuif de
aanslagkap in en uit zodat het cijfer van de gewenste
schroeflengte (vermeld op het label) zichtbaar wordt
in het afleesvenster. Raadpleeg de onderstaande
tabel voor informatie over de cijfers toegekend aan uw
gewenste schroeflengten.
►
Fig.5:
1.
Aanslagkap
2.
Knoppen
3.
Label
4.
Afleesvenster
Cijfers vermeld op het
label
Bereik van de schroeflengte
25
25 mm (1″)
30
25 mm - 30 mm (1″ - 1-3/16″)
35
30 mm - 35 mm (1-3/16″ - 1-3/8″)
40
35 mm - 40 mm (1-3/8″ - 1-9/16″)
45
40 mm - 45 mm (1-9/16″ - 1-3/4″)
50
45 mm - 50 mm (1-3/4″ - 2″)
55
50 mm - 55 mm (2″ - 2-3/16″)
De schroefdiepte instellen
Druk de voorkant van de aanslagkap in en houd de
toevoerdoos zo ver mogelijk in de behuizing. Terwijl u
hem in die stand houdt, draait u het stelwiel zodat het
schroefbit ongeveer 6 mm uit de voorkant van de aan
-
slagkap komt.
Draai een testschroef erin. Als de schroefkop boven het
werkstukoppervlak uit steekt, draait u het stelwiel in de
richting A. Als de schroefkop onder het werkstukopper
-
vlak ligt, draait u het stelwiel in de richting B.
►
Fig.6:
1.
Ong. 6 min
2.
Aanslagkap
3.
Toevoerdoos
4.
Behuizing
5.
Stelwiel
In- en uitschakelen
WAARSCHUWING:
Alvorens de accu in het
gereedschap te plaatsen, moet u altijd controle-
ren of de trekkerschakelaar goed werkt en bij het
loslaten terugkeert naar de stand “OFF”.
Om het gereedschap te starten, knijpt u de trekkerscha
-
kelaar in. Hoe harder u de trekkerschakelaar inknijpt,
hoe hoger het toerental van het gereedschap. Laat de
trekkerschakelaar los om te stoppen.
Om het gereedschap continu te laten werken, knijpt u
eerst de trekkerschakelaar in, drukt u daarna de ver-
grendelknop in, en laat u tenslotte de trekker los. Om
vanuit de vergrendelde stand het gereedschap te stop-
pen, knijpt u de trekkerschakelaar helemaal in en laat u
deze vervolgens weer los.
►
Fig.7:
1.
Trekkerschakelaar
2.
Vergrendelknop
De omkeerschakelaar bedienen
LET OP:
Controleer altijd de draairichting
alvorens het gereedschap te starten.
LET OP:
Verander de stand van de omkeer-
schakelaar alleen nadat het gereedschap volledig
tot stilstand is gekomen.
Als u de draairichting
verandert terwijl het gereedschap nog draait, kan het
gereedschap beschadigd raken.
LET OP:
Zet de omkeerschakelaar altijd in de
neutrale stand wanneer u het gereedschap niet
gebruikt.
Dit gereedschap heeft een omkeerschakelaar voor het
veranderen van de draairichting. Druk de omkeerscha-
kelaar in vanaf kant A voor de draairichting rechtsom, of
vanaf kant B voor de draairichting linksom.
Wanneer de omkeerschakelaar in de neutrale stand
staat, kan de trekkerschakelaar niet worden ingeknepen.
►
Fig.8:
1.
Omkeerschakelaar
Duw-aandraaistand
In de duw-aandraaistand draait het schroefbit alleen
door druk uit te oefenen met de aanslagkap op het
werkstukoppervlak zodat het gereedschap de stroom
naar de motor kan uitschakelen wanneer niet wordt
geschroefd om acculading te besparen.
Om de duw-aandraaistand in te schakelen, knijpt u de
trekkerschakelaar licht in en laat u die los om direct daarna
de functiekeuzeknop in te drukken. Het indicatorlampje van
de knop voor de duw-aandraaistand gaat branden.
►
Fig.9:
1.
Functiekeuzeknop
2.
Indicatorlampje
OPMERKING:
De duw-aandraaistand wordt auto-
matisch uitgeschakeld na acht uur met ingeknepen
en vergrendelde trekkerschakelaar zonder verdere
bediening van de schakelaar. Om het gereedschap
weer te starten, knijpt u de trekkerschakelaar hele
-
maal in om de vergrendelknop te ontgrendelen, en
knijpt u de trekker opnieuw in.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
Het schroefbit aanbrengen en verwijderen
LET OP:
Wees voorzichtig dat u de scherpe
randen van de schroeven niet aanraakt terwijl u
de componenten en hulpstukken monteert.
LET OP:
Hanteer de componenten en hulp-
stukken voorzichtig. Verzeker u er altijd van dat u
de componenten en hulpstukken stevig vasthoudt
tijdens het aanbrengen en verwijderen om te voor-
komen dat ze vallen en uit uw handen glippen.