40
Kniestuk (los verkrijgbaar) (zie afb. 16)
Door een kniestuk te gebruiken kunt u de richting waarin
de houtsnippers worden uitgeworpen veranderen om
schoner te werken.
Voor een gereedschap zonder een mondstuk
Verwijder de schaafselafdekking en breng het mondstuk
(los verkrijgbaar) aan. Bevestig het kniestuk (los
verkrijgbaar) op het mondstuk van het gereedschap door
het er eenvoudig op te duwen. Verwijder het door het er
eenvoudig af te trekken.
Voor een gereedschap met een mondstuk
Bevestig het kniestuk (los verkrijgbaar) op het mondstuk
van het gereedschap door het er eenvoudig op te duwen.
Verwijder het door het er eenvoudig af te trekken.
Het mondstuk reinigen
Reinig het mondstuk regelmatig.
Gebruik perslucht om het verstopte mondstuk te reinigen.
BEDIENING
Houd het gereedschap stevig vast met één hand op de
knop en de andere hand aan de schakelaarhandgreep
tijdens het gebruik van het gereedschap.
Gebruik als schaaf (zie afb. 17)
Plaats eerst de voorzool van het gereedschap plat op het
werkstuk zonder dat de schaafmessen ermee in
aanraking komen. Schakel het gereedschap in en wacht
totdat de schaafmessen op volle snelheid draaien.
Beweeg het gereedschap vervolgens voorzichtig naar
voren. Oefen aan het begin van het schaven druk uit op
de voorkant van het gereedschap en aan het einde van
het schaven op de achterkant van het gereedschap. Het
schaven gaat gemakkelijker als u het werkstuk iets
aflopend opstelt zodat u iets ‘bergafwaarts’ schaaft.
De snelheid en diepte van het schaven bepalen het
eindresultaat. De schaaf blijft schaven op een snelheid
die niet zal leiden tot verstopping met houtsnippers. Voor
grof schaven kan de schaafdiepte groter zijn, maar voor
een mooi resultaat moet u de schaafdiepte verkleinen en
het gereedschap langzamer vooruit bewegen.
Rabatten (zie afb. 18)
Om een haakse verdieping aan te brengen, zoals
aangegeven in de afbeelding, gebruikt u de randgeleider
(liniaal), welke los verkrijgbaar is
(zie afb. 19)
.
Teken een schaaflijn op het werkstuk. Steek de
randgeleider in het gat aan de voorkant van het
gereedschap. Lijn de rand van het schaafmes uit met de
schaaflijn
(zie afb. 20)
.
Stel de randgeleider af totdat deze de zijkant van het
werkstuk raakt, en zet deze daarna stevig vast door de
schroef aan te draaien
(zie afb. 21)
.
Beweeg tijdens het schaven het gereedschap met de
randgeleider strak langs de zijkant van het werkstuk. Als u
dat niet doet, kan ongelijkmatig schaafwerk het gevolg
zijn.
De maximumdiepte bij rabatten is 9 mm
(zie afb. 22)
.
U kunt de lengte van de randgeleider vergroten door er
een stuk hout aan te bevestigen. Voor dit doel zijn reeds
gaten aangebracht in de randgeleider, en tevens voor het
bevestigen van een verlengstuk (los verkrijgbaar).
Afschuinen (zie afb. 23 en 24)
Om een schuine kant te schaven zoals aangegeven in de
afbeelding, lijnt u de “V”-groef in de voorzool uit met de
hoek van het werkstuk en schaaft u het.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu is verwijderd, voordat u een
inspectie of onderhoud uitvoert.
• Gebruik nooit benzine, wasbenzine, thinner, alcohol,
enz. Dit kan leiden tot verkleuren, vervormen of
barsten.
De schaafmessen slijpen
Alleen voor conventionele schaafmessen (zie afb. 25)
Zorg ervoor dat de messen altijd scherp zijn voor de beste
prestaties. Gebruik de aanscherphouder (los verkrijgbaar)
om inkepingen te verwijderen en een scherpe snede te
maken.
(zie afb. 26)
.
Draai eerst de twee vleugelmoeren op de houder los en
steek de messen (A) en (B) erin zodat ze de zijkanten (C)
en (D) raken. Draai tenslotte de moer stevig vast.
(zie
afb. 27)
.
Houd de wetsteen gedurende 2 of 3 minuten onder water
alvorens te slijpen. Houd de houder zodanig vast dat
beide messen de wetsteen raken om ze gelijktijdig te
slijpen onder dezelfde hoek.
De koolborstels vervangen (zie afb. 28)
Verwijder en controleer de koolborstels regelmatig.
Vervang deze wanneer ze tot aan de slijtgrensmarkering
zijn afgesleten. Houd de koolborstels schoon en zorg
ervoor dat ze vrij kunnen bewegen in de houders. Beide
koolborstels dienen tegelijkertijd te worden vervangen.
Gebruik alleen identieke koolborstels
(zie afb. 29)
.
Gebruik een schroevendraaier om de koolborsteldoppen
te verwijderen. Haal de versleten koolborstels eruit, plaats
de nieuwe erin, en zet de koolborsteldoppen goed vast.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
VERKRIJGBARE ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires, dan kunt u contact opnemen met uw
plaatselijke Makita-servicecentrum.