42 NEDERLANDS
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu wordt gebruikt
op een wijze die ertoe leidt dat er een abnormaal
sterke stroom wordt onttrokken, stopt het gereedschap
automatisch zonder indicatie. Schakel in dit geval
het gereedschap uit en stop de toepassing die ertoe
geleid heeft dat het gereedschap overbelast is geraakt.
Schakel vervolgens het gereedschap in om het opnieuw
op te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit raakt,
stopt het gereedschap automatisch. Laat in dit geval het
gereedschap en de accu afkoelen voordat u het gereed-
schap weer inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dit het geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
De trekkerschakelaar gebruiken
LET OP:
Alvorens de accu in het gereed-
schap te plaatsen, moet u altijd controleren of de
trekkerschakelaar goed werkt en bij het loslaten
terugkeert naar de stand “OFF”.
LET OP:
De schakelaar kan in de aan-stand
vergrendeld worden, hetgeen bij langdurig
gebruik comfortabeler werkt. Wees extra voor-
zichtig wanneer u de schakelaar in de aan-stand
vergrendelt en houd het gereedschap altijd stevig
vast.
LET OP:
Breng de accu niet aan terwijl de
vergrendelknop is ingedrukt.
LET OP:
Wanneer u het gereedschap niet
gebruikt, drukt u op de trekkervergrendelknop
vanaf de -kant om de trekkerschakelaar te ver-
grendelen in de uit-stand.
Om te voorkomen dat de trekkerschakelaar per
ongeluk wordt bediend, is de trekkervergrendelknop
aangebracht. Om het gereedschap te starten, drukt
u vanaf de A-kant ( ) op de trekkervergrendelknop
en knijpt u de trekkerschakelaar in. Hoe harder u de
trekkerschakelaar inknijpt, hoe hoger het toerental van
het gereedschap. Laat de trekkerschakelaar los om
het gereedschap te stoppen. Na gebruik drukt u op de
trekkervergrendelknop vanaf de B-kant ( ).
►
Fig.3:
1.
Trekkervergrendelknop
Om het gereedschap continu te laten werken, knijpt u
eerst de trekkerschakelaar in, drukt u daarna de ver-
grendelknop in, en laat u tenslotte de trekkerschakelaar
los. Om het gereedschap te stoppen, knijpt u de trek
-
kerschakelaar helemaal in en laat u deze vervolgens
weer los.
►
Fig.4:
1.
Trekkerschakelaar
2.
Vergrendelknop
3.
Trekkervergrendelknop
Toerentalwisselknop
LET OP:
Zet de snelheidskeuzeknop altijd
volledig in de juiste stand.
Als u het gereedschap
gebruikt met de snelheidskeuzeknop halverwege
tussen de standen "1" en "2", kan het gereedschap
beschadigd worden.
LET OP:
Verander de instelling van de snel-
heidskeuzeknop niet terwijl het gereedschap
draait.
Dat kan het gereedschap beschadigen.
LET OP:
Als het gereedschap gedurende een
lange tijd continu op een laag toerental wordt
gebruikt, wordt de motor overbelast, waardoor
het gereedschap defect raakt.
Om het toerental te veranderen, schakelt u eerst het
gereedschap uit. Duw tegen de toerentalwisselknop
zodat "2" wordt afgebeeld voor een hoog toerental of
"1" voor een laag toerental. Verzeker u ervan dat de
toerentalwisselknop in de juiste stand staat voordat u
het gereedschap bedient. Gebruik het juiste toerental
voor uw werkzaamheden.
►
Fig.5:
1.
Snelheidskeuzeknop
Afgebeeld
nummer
Symbool
Toerental
Toepassing
2
Hoog
Schuren
1
Laag
Polijsten
Beveiliging tegen onopzettelijk
herstarten
Als u de accu aanbrengt terwijl de trekkerschakelaar
ingeknepen wordt gehouden of de trekkerschakelaar
wordt vergrendeld, start het gereedschap niet. Om het
gereedschap te kunnen starten, laat u eerst de trekker-
schakelaar los en knijpt u vervolgens de trekkerscha
-
kelaar in.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
De zijhandgreep monteren
LET OP:
Draai de doppen of de zijhandgreep
stevig vast.
Anders kan de voorkap eraf vallen en
letsel veroorzaken.
Verwijder de dop en draai de zijhandgreep stevig op het
gereedschap.
De zijhandgreep kan aan beide zijkanten van het
gereedschap worden gemonteerd.
►
Fig.6:
1.
Dop
2.
Zijhandgreep