20
4
16
24
25
8
3
5
9
A
B
21
22
16
Snijdieptebegrenzer instellen
Door het wieltje (
4
) in de desbetreffende richting te verdraaien,
wordt de snijdiepte ingesteld.
- Hiervoor hoeft alleen de snelspanhendel (
16
) te
worden losgedraaid en na het instellen weer te worden
vastgedraaid.
Opmerking:
De snelspanhendel (
16
) kan in de gewenste
positie worden gebracht door hem in de richting van de pijl te
trekken en vervolgens te draaien.
Door aan de snelspanhendel te trekken, wordt de
schroefwerking opgeheven. Opspannen is mogelijk door het
opnieuw vastgrijpen van de hendel.
Watertank monteren
- Watertank
(
5
) in de tankhouder (
3
) zetten.
-
Na montage van de scheidingsslijpmachine de aansluitslang
(
8
) zijdelings aan de scheidingsslijpmachine voorbij geleiden
en op het koppelingsdeel steken.
Water vullen
- Om de watertank te vullen, eerst de aansluitslang
(
8
) aan het koppelingsdeel van het waterset aan de
scheidingsslijpmachine losmaken.
- De watertank uit de tankhouder nemen. Deksel (
9
)
losschroeven en de watertank met zuiver water vullen.
Veronreinigingen mogen niet de tank geraken, daar zij de
beregeningssproeiers kunnen verstoppen.
Ingebruikname
-
De doorslijpmachine overeenkomstig de gebruiksaanwijzing
starten.
- De toets (
24
) indrukken en daarna de beugel (
25
) in de
richting van de pijl naar de handgreepbuis trekken.
Let op:
de doorslijpmachine begint onmiddellijk te draaien!
Aanwijzing:
de doorslijpmachinewagen is voorzien van
een dodemansknop. Wanneer de beugel (
25
) volledig wordt
losgeladen, gaat de doorslijpmachine onmiddellijk onbelast
draaien.
Wanneer de knop (
24
) niet wordt ingedrukt, kan de beugel (
25
)
weliswaar worden bediend, maar blijft de doorslijpmachine
onbelast draaien. Pas wanneer de beugel (
25
) wordt losgelaten,
de toets (
24
) opnieuw wordt ingedrukt, kan pas opnieuw met
behulp van de beugel (
25
) gas worden gegeven. De volgorde
(
24
,
25
) altijd aanhouden.
Instelwerkzaamheden
Instellen van rechtlijnige scheidgeleiding
Loopt bij het snijden met de scheidslijper de geleiwagen naar
links of rechts uit de rechtlijnige snijmarkering weg, kan door
verschuiven van de opneemplaat (
21
) een correctie worden
verkregen.
- De moeren van schroeven (
22
) losdraaien.
- De snelspanhendel (
16
) los maken.
Verschuiven van de opneemplaat (
21
) in de richting
A
bewerkstelligt een
snijcorrectie naar links.
Verschuiven van de opneemplaat (
21
) in de richting
B
bewerkstelligt een
snijcorrectie naar rechts
.