35 NEDERLANDS
Wijzigen van de slagkracht
►
Fig.8:
1.
Verandert in vier stappen
2.
Hard
3.
Gemiddeld
4.
Zacht
5.
T-stand
6.
Knop
U kunt de slagkracht in vier stappen instellen: hard, gemiddeld, zacht en T-stand.
Zo kunt u de beste aandraaikracht voor het te verrichten werk kiezen.
Elke keer wanneer op de knop
wordt gedrukt, verandert het aantal slagen in vier stappen.
“T” is een speciale stand voor het bevestigen van zelftappende schroeven. In deze stand, begint het gereedschap
een schroef met hoger toerental erin te draaien, wat geschikt is voor boren met de punt van een zelftappende
schroef. Nadat het gereedschap de schroef begint vast te draaien, oefent het slagwerking uit met gemiddelde
slagkracht.
Gedurende ongeveer een minuut na het loslaten van de trekkerschakelaar kunt u het slagtempo aanpassen.
Aanduiding van slagkracht
op display
Maximaal aantal slagen
Doel
Voorbeeld van toepassing
Hard
3.800 min
-1
Aandraaien wanneer kracht en
snelheid gewenst zijn.
Vastdraaien van basisbouw-
materialen, vastdraaien van
lange schroeven, vastdraaien
van bouten.
Gemiddeld
2.600 min
-1
Vastdraaien wanneer een
goede afwerking noodzake
-
lijk is.
Vastdraaien van afwerkplaten,
gipsplaten.
Zacht
1.100 min
-1
Vastdraaien met minder kracht
om schroefdraadbreuk te
vermijden.
Vastdraaien van vensterschroe-
ven, vastdraaien van kleine
schroeven zoals M6.
T-stand
2.600 min
-1
Vastdraaien wanneer snelheid
en goede afwerking noodza
-
kelijk is.
Vastdraaien van zelftappende
schroeven.
OPMERKING:
Wanneer alle lampjes op het bedieningspaneel uit zijn, is het gereedschap uitgeschakeld om accu
-
lading te besparen. De grootte van de slagkracht kan worden gecontroleerd door de trekkerschakelaar heel licht in
te knijpen zodat het gereedschap nog niet in werking treedt.
OPMERKING:
Terwijl u de trekkerschakelaar inknijpt, kan de slagkracht niet worden veranderd.
MONTAGE
LET OP:
Zorg altijd dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de accu ervan is verwijderd
alvorens enig werk aan het gereedschap uit te
voeren.
Aanbrengen of verwijderen van het
schroefbit of de schroefdop
►
Fig.9
Gebruik uitsluitend een schroefbit/schroefdop met een
insteekgedeelte zoals aangegeven in de afbeelding.
Gebruik geen ander schroefbit/schroefdop.
Voor gereedschappen met een ondiepe
schroefbit-insteekopening
A=12 mm
B=9 mm
Gebruik uitsluitend dit type
schroefbit. Volg procedure 1.
(Opmerking) De bitadapter is
niet nodig.
Voor gereedschappen met een diepe
schroefbit-insteekopening
A=17 mm
B=14 mm
Om dit type schroefbit te
plaatsen, volgt u procedure 1.
A=12 mm
B=9 mm
Om dit type schroefbit te
plaatsen, volgt u procedure 2.
(Opmerking) De bitadapter is
nodig om het bit te plaatsen.