44
NEDERLANDS
OPMERKING:
Afhankelijk van de gebruiksomstandighe
-
den en de omgevingstemperatuur, is het mogelijk dat de aan
-
gegeven acculading verschilt van de werkelijke acculading.
Beveiligingssysteem voor
gereedschap/accu
Het gereedschap is uitgerust met een beveiligingssysteem
voor gereedschap/accu. Dit systeem schakelt automatisch de
voeding naar de motor uit om de levensduur van het gereed-
schap en de accu te verlengen. Het gereedschap kan tijdens het
gebruik automatisch stoppen als het gereedschap of de accu
aan één van de volgende omstandigheden wordt blootgesteld:
Overbelastingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu wordt bediend op een manier
waarop het een abnormaal hoge stroomsterkte trekt, stopt het
gereedschap automatisch zonder enige waarschuwing. Wanneer
dat gebeurt, schakelt u het gereedschap uit en stopt u de toe-
passing die ertoe leidde dat het gereedschap overbelast raakte.
Schakel vervolgens het gereedschap in om het weer te starten.
Oververhittingsbeveiliging
Wanneer het gereedschap of de accu oververhit is, stopt het
gereedschap automatisch. In dat geval laat u het gereedschap en
de accu afkoelen, voordat u het gereedschap opnieuw inschakelt.
Beveiliging tegen te ver ontladen
Als de acculading onvoldoende is, stopt het gereed-
schap automatisch. In dat geval verwijdert u de accu
vanaf het gereedschap en laadt u de accu op.
De trekkerschakelaar gebruiken
WAARSCHUWING:
Alvorens de accu in het
gereedschap aan te brengen, controleert u altijd
of de trekkerschakelaar correct werkt en na losla
-
ten terugkeert naar de uit-stand.
►
Fig.8:
1.
Trekkerschakelaar
Om het gereedschap te starten, knijpt u gewoon de trekkerschake
-
laar in. De snelheid neemt toe naarmate u meer druk uitoefent op de
trekkerschakelaar. Laat de trekkerschakelaar los om te stoppen.
KENNISGEVING:
Als het gereedschap continu
wordt gebruikt totdat de accu leeg is, laat u het gereed
-
schap gedurende minstens 15 minuten rusten voordat
u het gereedschap met een volle accu gebruikt.
OPMERKING:
Bij het inknijpen van de trekkerschakelaar kan
een elektronisch geluid hoorbaar zijn vanuit het gereedschap,
echter, dit duidt niet op een storing van het gereedschap.
Toerentalinstelknop
►
Fig.9:
1.
Toerentalinstelknop
U kunt de snelheid veranderen door de toerentalinstel-
knop te draaien en in te stellen op een cijfer van 1 tot
3. Het toerental wordt hoger wanneer u de knop in de
richting van het cijfer 3 draait. Het toerental wordt lager
wanneer u de knop in de richting van het cijfer 1 draait.
Zie de onderstaande tabel voor de verhouding tussen
de cijfers op de knop en het toerental.
Cijfer
Toerental
3
Hoog
2
Gemiddeld
1
Laag
KENNISGEVING:
Wanneer u de knop draait,
verzekert u zich ervan dat de trekkerschakelaar
volledig losgelaten is. Anders kan het gereed
-
schap worden beschadigd.
BEDIENING
LET OP:
Plaats het gereedschap niet op de
grond terwijl het is ingeschakeld.
Zand of stof kan
in de aanzuigopening binnendringen en een storing of
persoonlijk letsel veroorzaken.
De bladblazer bedienen
LET OP:
Als u het gereedschap als bladblazer wilt
gebruiken, verwijdert u de stofzak vanaf het gereedschap,
en brengt u het mondstuk op zijn plaats aan om te blazen.
Houd het gereedschap stevig vast met één hand en blaas
de bladeren weg door het langzaam heen en weer te
bewegen. Wanneer u in de buurt van een gebouw, grote
steen of voertuig blaast, richt u het mondstuk de andere
kant op. Wanneer u een hoek wilt schoon blazen, begint u
binnenin de hoek en blaast u naar buiten toe.
Voor DUB185
►
Fig.10
Voor DUB186
►
Fig.11
Gebruik als bladzuiger
LET OP:
Als u het gereedschap als bladzuiger
wilt gebruiken, brengt u de stofzak en het mond
-
stuk aan op het gereedschap.
LET OP:
Controleer de stofzak vaak op slij
-
tage en beschadigingen.
LET OP:
Verzeker u ervan dat de sluiting van de stof
-
zak is aangebracht voordat u het gereedschap gebruikt.
LET OP:
Schakel altijd het gereedschap uit voor
-
dat u de sluiting van de stofzak verwijdert of aanbrengt.
KENNISGEVING:
Als u het gereedschap als blad
-
zuiger wilt gebruiken, gebruikt u niet het tuinmond
-
stuk.
De opgezogen materialen kunnen een verstopping
en een storing in het gereedschap veroorzaken.
KENNISGEVING:
Zorg ervoor dat geen natte
materialen, zoals natte bladeren, en vreemde
voorwerpen, zoals grote houtspaanders, metaal,
glas, kiezels, enz., worden opgezogen door het
gereedschap.
Anders kan een storing optreden.
KENNISGEVING:
Leeg de stofzak voordat deze
vol is.
Anders kan een storing optreden.