59 NEDERLANDS
5.
Als het snijgarnituur tegen een voorwerp
stoot, of het gereedschap een ongebruikelijk
geluid begint te maken, schakelt u het gereed-
schap onmiddellijk uit, verwijdert u de accu
en laat u het gereedschap tot stilstand komen.
Voer daarna de volgende stappen uit:
•
Inspecteer op beschadigingen.
•
Controleer op loszittende onderdelen en
zet die goed vast.
•
Laat alle beschadigde onderdelen
repareren of vervangen door originele
vervangingsonderdelen.
6.
Gebruik het gereedschap uitsluitend voor het
beoogde doel. Gebruik het gereedschap niet
voor enig ander doel.
7.
Schakel het gereedschap uit en verwijder de
accu alvorens:
•
te reinigen of een verstopping op te
heffen,
•
te controleren, onderhoud uit te voeren of
te werken aan het gereedschap,
•
de werkstand van de messenbladen af te
stellen,
•
het gereedschap onbeheerd achter te laten.
8.
Verzeker u ervan dat het gereedschap cor-
rect is vastgezet in een daarvoor bedoelde
werkstand voordat u het gereedschap start.
9.
Bedien het gereedschap niet wanneer de mes-
senbladen beschadigd of sterk gesleten zijn.
10.
Verzeker u er altijd van dat alle handgrepen
en beschermkappen zijn aangebracht voordat
u het gereedschap gebruikt. Probeer nooit
een onvolledig gereedschap te gebruiken of
een gereedschap waaraan niet-goedgekeurde
wijzigingen zijn aangebracht.
11.
Let altijd goed op uw omgeving en wees
bedacht op mogelijke gevaren waarvan u zich
mogelijk niet bewust bent vanwege het geluid
van het gereedschap.
12.
Wees voorzichtig niet per ongeluk een meta-
len afrastering of andere harde voorwerpen
te raken tijdens het gebruik.
De bladen zullen
breken en kunnen ernstig letsel veroorzaken.
13.
Voorkom onbedoeld starten. Draag het gereed-
schap niet terwijl de accu is aangebracht met uw
vinger op de schakelaar. Verzeker u ervan dat de
schakelaar uit staat voordat u de accu aanbrengt.
14.
Pak de blote messenbladen of snijranden niet
vast wanneer u het gereedschap oppakt of
vasthoudt.
15.
Forceer het gereedschap niet.
Het gereedschap
werkt beter en met een kleinere kans op letsel op
de manier waarvoor het is ontworpen.
16.
Gebruik het gereedschap niet in de regen of
onder natte of zeer vochtige omstandigheden.
De elektromotor is niet waterdicht.
17.
Houd tijdens het gebruik het gereedschap stevig vast.
18.
Laat het gereedschap niet onnodig onbelast
draaien.
19.
Alvorens de messenbladen te controleren, sto-
ringen te verhelpen of vastgelopen vreemde
voorwerpen uit de messenbladen te verwijde-
ren, schakelt u het gereedschap altijd uit en
verwijdert u de accu.
20.
Richt de messenbladen nooit op uzelf of anderen.
21.
Als de messenbladen tijdens gebruik stoppen
met bewegen doordat vreemde voorwerpen
verstrikt geraakt zijn tussen de messenbladen,
schakelt u het gereedschap uit en verwijdert
u de accu, en verwijdert u vervolgens de
vreemde voorwerpen met behulp van gereed-
schappen, zoals een tang.
Als u de vreemde
voorwerpen met de hand verwijdert, kan dat leiden
tot letsel omdat de messenbladen kunnen gaan
bewegen als reactie op het verwijderen van de
vreemde voorwerpen.
Onderhoud en opbergen
1.
Wanneer het gereedschap wordt stilgezet voor
onderhoud, inspectie of opslag, schakelt u het
gereedschap uit, verwijdert u de accu en ver-
zekert u zich ervan dat alle bewegende delen
tot stilstand zijn gekomen. Laat het gereed-
schap afkoelen alvorens enige inspectie, enz.
uit te voeren.
2.
Laat het gereedschap altijd eerst afkoelen
voordat u hem opbergt.
3.
Als het gereedschap niet wordt gebruikt,
bevestigt u de schede op het gereedschap
en bergt u het gereedschap binnen op op een
droge, hoge of afgesloten plaats, buiten het
bereik van kinderen.
4.
Onderhoud het gereedschap goed. Houd de
snijranden scherp en schoon voor de beste
prestaties en om de kans op letsel te verklei-
nen. Volg de instructies voor het smeren en
het vervangen van accessoires. Houd de hand-
grepen droog, schoon en vrij van olie en vet.
5.
Controleer beschadigde onderdelen. Zonder
het gereedschap verder te gebruiken, moet elk
onderdeel dat beschadigd is eerst goed worden
onderzocht om te beoordelen of het goed zal
werken en zijn beoogde functie kan uitvoeren.
Controleer of bewegende delen goed uitgelijnd
zijn en niet vastgelopen zijn, of onderdelen niet
kapot zijn en stevig gemonteerd zijn, en enige
andere situatie die van invloed kan zijn op de
werking van het gereedschap.
Een bescherm-
kap of ander onderdeel dat is beschadigd, dient
deugdelijk te worden gerepareerd of te worden
vervangen door uw erkende servicecentrum.
6.
Gebruik uitsluitend originele
vervangingsonderdelen.
7.
Wanneer u het gereedschap naar een andere
plaats overbrengt, ook tijdens het werk, verwij-
dert u altijd de accu en brengt u de schede aan
over de messenbladen. Draag of vervoer het
gereedschap nooit terwijl de bladen bewegen.
Pak de bladen nooit met uw handen beet.
8.
Reinig het gereedschap, en met name de mes-
senbladen, na ieder gebruik en voordat het
gereedschap langdurig wordt opgeborgen.
Smeer de messenbladen met een beetje olie en
breng de schede aan.
9.
Werp de accu(’s) niet in een vuur. De accu kan
exploderen. Raadpleeg de lokale regelgeving
voor mogelijke speciale verwerkingsvereisten.
10.
Open of vervorm de accu(’s) niet. Het elektrolyt
is agressief en kan letsel toebrengen aan de
ogen en huid. Het kan giftig zijn bij inslikken.
Summary of Contents for DUN600L
Page 2: ...DUN600L DUN500W 6 7 8 9 3 4 5 1 14 4 5 6 7 9 1 2 10 11 13 12 Fig 1 1 2 3 Fig 2 1 2 Fig 3 2 ...
Page 3: ...1 2 Fig 4 1 2 Fig 5 1 2 Fig 6 1 2 Fig 7 1 2 Fig 8 1 2 Fig 9 1 2 3 4 5 Fig 10 1 Fig 11 3 ...
Page 4: ...2 1 3 4 Fig 12 1 2 Fig 13 1 3 4 2 Fig 14 Fig 15 1 2 Fig 16 1 1 Fig 17 1 Fig 18 4 ...
Page 5: ...2 1 4 3 Fig 19 1 2 Fig 20 2 3 1 Fig 21 1 2 3 Fig 22 1 2 Fig 23 1 2 Fig 24 1 1 Fig 25 5 ...
Page 6: ...1 Fig 26 1 Fig 27 1 Fig 28 Fig 29 1 2 Fig 30 Fig 31 1 Fig 32 1 2 Fig 33 6 ...
Page 7: ...Fig 34 Fig 35 15 m Fig 36 15 m Fig 37 15 m Fig 38 15 m Fig 39 Fig 40 Fig 41 7 ...
Page 8: ...Fig 42 Fig 43 1 2 Fig 44 1 2 Fig 45 1 Fig 46 1 Fig 47 2 1 Fig 48 8 ...
Page 127: ...127 ...