74
NEDERLANDS
3.
Het snijgarnituur blijft nog een korte tijd
draaien nadat het gereedschap is uitgescha-
keld. Raak het snijgarnituur niet onmiddellijk
aan.
4.
Gebruik tijdens het werk het schouderdraag-
stel. Houd het gereedschap stevig tegen uw
rechterzij.
5.
Reik niet te ver. Zorg altijd voor een stevige
stand en goede lichaamsbalans. Kijk uit voor
verborgen obstakels, zoals boomstronken,
boomwortels en greppels, om te voorkomen
dat u valt.
6.
Zorg dat u stevig staat op hellingen.
7.
Loop gewoon en ren niet.
8.
Werk nooit op een ladder of in een boom om te
voorkomen dat u de controle over het gereed-
schap verliest.
9.
Nadat tegen het gereedschap is gestoten
of het is gevallen, controleert u de staat
ervan voordat u de werkzaamheden hervat.
Controleer de bedieningselementen en veilig-
heidsvoorzieningen op een juiste werking. Als
enige beschadiging zichtbaar is of u twijfelt,
vraagt u ons erkende servicecentrum om
inspectie en reparatie.
10.
Neem een pauze om te voorkomen dat u door
vermoeidheid de controle over het gereed-
schap verliest.
Wij adviseren u ieder uur 10 tot 20
minuten te rusten.
11.
Wanneer u het gereedschap achterlaat, al is
het maar even, verwijdert u altijd de accu.
Een
onbeheerd gereedschap met een aangebrachte
accu kan door onbevoegden worden gebruikt en
tot een ernstig ongeval leiden.
12.
Als gras of takken bekneld raken tussen het
snijgarnituur en de beschermkap, schakelt u
altijd het gereedschap uit en verwijdert u de
accu voordat u ze verwijdert.
Als u dat niet doet,
kan het snijgarnituur onbedoeld gaan ronddraaien
en ernstig letsel veroorzaken.
13.
Raak gevaarlijke, bewegende delen nooit aan
voordat de bewegende delen volledig tot stil-
stand zijn gekomen en de accu is verwijderd.
14.
Als het snijgarnituur een steen of ander hard
voorwerp raakt, schakelt u het gereedschap
onmiddellijk uit. Verwijder daarna de accu en
inspecteer het snijgarnituur.
15.
Controleer het snijgarnituur tijdens gebruik
veelvuldig op barsten of beschadigingen.
Voordat u inspecteert, verwijdert u de accu
en wacht u tot het snijgarnituur volledig tot
stilstand is gekomen. Vervang een beschadigd
snijgarnituur onmiddellijk, ook wanneer het
slechts oppervlakkige barsten vertoont.
16.
Werk nooit boven heuphoogte.
17.
Nadat u het gereedschap hebt ingeschakeld,
wacht u tot het snijgarnituur een constant
toerental heeft bereikt alvorens het maaien te
starten.
18.
Bij gebruik van een metalen snijblad, zwaait u
het gereedschap gelijkmatig in halve cirkels
van rechts naar links, zoals een zeis wordt
gebruikt.
19.
Houd het elektrisch gereedschap alleen vast bij
het geïsoleerde oppervlak omdat het metalen
snijblad met verborgen bedrading in aanraking
kan komen.
Wanneer het metalen snijblad in aan
-
raking komt met onder spanning staande draden,
zullen de niet-geïsoleerde metalen delen van het
gereedschap onder spanning komen te staan zodat
de gebruiker een elektrische schok kan krijgen.
20.
Schakel het gereedschap niet in wanneer
gemaaid gras verstrikt is geraakt rondom het
metalen snijblad.
21.
Alvorens het gereedschap in te schakelen, ver-
zekert u zich ervan dat het gereedschap niet
de grond of andere obstakels, zoals een boom,
raakt.
22.
Houd tijdens gebruik het gereedschap altijd
met twee handen vast. Houd het gereedschap
tijdens het gebruik nooit met slechts één hand
vast.
Snijgarnituren
1.
Gebruik geen snijgarnituur dat niet is aanbevo-
len door ons.
2.
Gebruik een geschikt snijgarnituur voor de
geplande werkzaamheden.
— Nylondraad-snijkoppen (graskantmaaierkop
-
pen) en kunststof snijbladen zijn geschikt
voor het maaien van gazongras.
— Metalen snijbladen zijn geschikt voor het
maaien van onkruiden, hoog gras, struiken,
heesters, ondergroei, bosjes en dergelijke.
— Gebruik nooit andere snijbladen, waaronder
metalen meerdelige kettingen en vlegelmes-
sen. Dit kan leiden tot ernstig letsel.
3.
Gebruik uitsluitend een snijgarnituur dat is
gemarkeerd met een toerental dat gelijk is aan
of hoger is dan het toerental aangegeven op
het gereedschap.
4.
Houd altijd uw handen, gezicht en kleding uit
de buurt van het snijgarnituur wanneer dit
ronddraait.
Als u dit niet doet, kan persoonlijk
letsel ontstaan.
5.
Gebruik altijd de beschermkap van het snijgar-
nituur die geschikt is voor het snijgarnituur dat
u gebruikt.
6.
Voorkom bij gebruik van een metalen snijblad
dat terugslag kan optreden en wees altijd voor-
bereid op per ongeluk optredende terugslag.
Raadpleeg de tekst onder het kopje Terugslag.
7.
Als het gereedschap niet in gebruik is,
brengt u altijd de schede aan om het snijblad.
Verwijder de schede vóór gebruik.
Terugslag (stoot van het snijblad)
1.
Terugslag (stoot van het snijblad) is een plot-
selinge reactie op een klemmend of vastgelo-
pen metalen snijblad. Zodra dit optreed wordt
het gereedschap met grote kracht zijwaarts of
in de richting van de gebruiker geworpen en
kan het ernstig letsel veroorzaken.
2.
Terugslag treedt met name op wanneer u met
het snijbladsegment tussen 12 en 2 uur tegen
een hard voorwerp, struiken en takken met een
diameter van 3 cm of meer komt.
Summary of Contents for DUR368A
Page 2: ...Fig 1 Fig 2 12 1 2 3 4 5 11 10 9 8 Fig 3 2 ...
Page 7: ...1 Fig 31 1 2 3 750 mm 750 mm 100 300 mm Fig 32 1 2 Fig 33 1 2 Fig 34 Fig 35 Fig 36 1 Fig 37 7 ...
Page 8: ...3 m 80 mm 100 mm Fig 38 8 ...
Page 9: ...3 m 80 mm 100 mm Fig 39 9 ...
Page 10: ...3 m 80 mm 100 mm Fig 40 10 ...
Page 11: ...11 4 5 m 100 mm Fig 41 ...
Page 12: ...12 150 mm 1 mm 0 75 m x 2 Fig 42 Fig 43 1 2 Fig 44 ...
Page 154: ...154 ...
Page 155: ...155 ...
Page 166: ...10 ...
Page 167: ...11 ...