32
Voor gereedschap met een beschermkap voorzien
van een klemhendel (Fig. 5 en 6)
Draai de hendel op de beschermkap los nadat de
schroef is losgedraaid. Monteer de beschermkap met het
uitsteeksel op de beschermkaprand uitgelijnd met de
inkeping in de kussenblokkast. Draai vervolgens de
beschermkap rond tot de stand aangegeven in de afbeel-
ding. Draai de hendel vast om de beschermkap vast te
zetten. Als de hendel te vast of te los zit om de
beschermkap te bevestigen, draait u de schroef los of
vast om de klemkracht van de beschermkapband in te
stellen.
Om de beschermkap te verwijderen, voert u deze proce-
dure in omgekeerde volgorde uit.
Installeren of verwijderen van de afbraamschijf/
multischijf
WAARSCHUWING:
• Gebruik altijd de bijgeleverde beschermkap wanneer u
met een afbraamschijf/multischijf werkt. De schijf kan
tijdens het gebruik kapotslaan en de beschermkap
helpt verwondingen voorkomen.
Monteer de binnenflens op de as. Plaats de schijf/multi-
schijf over de binnenflens en schroef de borgmoer vast
op de as.
(Fig. 7)
Bij gebruik van een schijf/multischijf die dunner is dan
3 mm, brengt u de borgmoer zodanig aan dat het uit-
steeksel op de borgmoer naar buiten wijst. In andere
gevallen brengt u de borgmoer zodanig aan dat het uit-
steeksel op de borgmoer past in het middengat van de
schijf/multischijf.
Om de borgmoer vast te draaien, dient u stevig op de
asblokkering te drukken zodat de as niet kan draaien.
Draai vervolgens met de borgmoersleutel de borgmoer
stevig naar rechts vast. Om de schijf te verwijderen, voert
u deze procedure in omgekeerde volgorde uit.
(Fig. 8)
WAARSCHUWING:
• Druk de asblokkering alleen in wanneer de as niet
beweegt.
BEDIENING
WAARSCHUWING:
• U dient nooit kracht op het gereedschap uit te oefenen.
Het eigen gewicht van het gereedschap levert vol-
doende druk op. Overmatige kracht of druk kan schijf-
breuk veroorzaken, hetgeen gevaarlijk is.
• Vervang ALTIJD de schijf indien het gereedschap tij-
dens het slijpen op de grond is gevallen.
• Bots of stoot de slijpschijf NOOIT tegen het werkstuk.
• Zorg dat de schijf niet terugkaatst of blijft hangen,
vooral bij het bewerken van hoeken, scherpe randen,
enz. Dit kan namelijk verlies van controle over het
gereedschap en terugslag veroorzaken.
• Gebruik het gereedschap NOOIT met houtzaagbladen
of andere zaagbladen. Bij gebruik op een slijpmachine
veroorzaken zaagbladen vaak terugslag en controle-
verlies, met persoonlijke verwonding als mogelijk
gevolg.
LET OP:
• Schakel na het gebruik het gereedschap uit en wacht
totdat de schijf volledig tot stilstand is gekomen alvo-
rens het gereedschap neer te leggen.
Slijpen en schuren (Fig. 9)
Houd het gereedschap ALTIJD goed vast met de ene
hand op het gereedschapshuis en de andere op de zij-
handgreep. Schakel het gereedschap in en zet de slijp-
of schuurschijf op het werkstuk.
Houd normaal de rand van de slijp- of schuurschijf bij
een hoek van ongeveer 15 graden ten opzichte van het
werkstukoppervlak.
Bij gebruik van een nieuwe schijf mag u deze aanvanke-
lijk niet in de richting B gebruiken, omdat de schijf anders
in het werkstuk zal snijden. Wanneer de rand van de
schijf door gebruik ronder geworden is, kunt u de schijf
zowel in richting A als in richting B gebruiken.
Gebruik met doorslijpschijf/diamantschijf (los verkrijgbaar) (Fig. 10)
De montagerichting van de borgmoer en binnenflens verschilt afhankelijk van de dikte van de schijf.
Raadpleeg het onderstaande overzicht.
1
2
3
1
4
3
Doorslijpschijf
Dikte: minder dan 4 mm
Dikte: 4 mm of meer
Diamantschijf
100 mm
Dikte: minder dan 4 mm
Dikte: 4 mm of meer
16 mm
16 mm
20 mm
20 mm
1. Borgmoer
2. Doorslijpschijf
3. Binnenflens
4. Diamantschijf