21
Bithoek (zie afb. 9)
De bit kan onder 12 verschillende hoeken worden
vastgezet. On de bithoek te veranderen, schuift u de
verwisselringmof naar voren en draait u de
verwisselringnmof in de gewenste stand. In de gewenste
stand schuift u de verwisselringmof terug omlaag in de
oorspronkelijke positie. De bit wordt op zijn plaats
vergrendeld.
BEDRIJF
Beitelen, bikken en slopen (zie afb. 10)
Gebruik altijd de zijhandgreep (hulphandgreep) en houd
het gereedschap tijdens gebruik stevig vast aan zowel de
zijhandgreep als de hoofdhandgreep Schakel het
gereedschap in en oefen er enige kracht op uit zodat het
gereedschap niet oncontroleerbaar in het rond springt.
Het gereedschap werkt niet efficiënter als u grote druk op
het gereedschap uitoefent.
ONDERHOUD
LET OP:
• Zorg er altijd voor dat het gereedschap is
uitgeschakeld en de stekker uit het stopcontact is
getrokken, voordat u een inspectie of onderhoud
uitvoert.
Smeren
LET OP:
• Dit onderhoud mag alleen worden uitgevoerd door een
door een erkend Makita-servicecentrum of de Makita-
fabriek.
Het is niet nodig dit gereedschap iedere uur of iedere dag
te smeren omdat het is uitgerust met een gesloten
smeersysteem. Wij adviseren u echter het vet regelmatig
te verversen voor een langere levensduuur van het
gereedschap.
Schakel eerst het gereedschap uit en trek de stekker uit
het stopcontact
(zie afb. 11)
.
Verwijder de zes inbusbouten met behulp van de
inbussleutel en verwijder de achterkap
(zie afb. 12)
.
Trek het filterhuis eraf in de richting van de pijl en
verwijder het
(zie afb. 13)
.
Trek de vetdop eraf in de richting van de pijl en verwijder
het
(zie afb. 14)
.
Vul daarna nieuw vet bij (60 g). Gebruik uitsluitend
Makita-hamervet (los verkrijgbaar). Als u meer dan de
aangegeven hoeveelheid vet bijvult (ong. 60 g), kan dit
leiden tot een verkeerde hamerwerking of een defect van
het gereedschap. Vul niet meer dan de aangegeven
hoeveelheid vet bij.
Om het gereedschap weer in elkaar te zetten, volgt u de
demontageprocedure in omgekeerde volgorde.
LET OP:
• Wees voorzichtig de koolborstelhouder en de
koolborstels niet te beschadigen, met name bij het
aanbrengen van de achterkap.
• Gebruik de zes inbusbouten niet opnieuw maar gebruik
nieuwe, aangezien de bouten met kleefmiddel werden
gemonteerd.
Om de VEILIGHEID en BETROUWBAARHEID van het
gereedschap te handhaven, dienen alle reparaties,
onderhoud en afstellingen te worden uitgevoerd door een
erkend Makita-servicecentrum, en altijd met
gebruikmaking van originele Makita-
vervangingsonderdelen.
ACCESSOIRES
LET OP:
• Deze accessoires of hulpstukken worden aanbevolen
voor gebruik met het Makita-gereedschap dat in deze
gebruiksaanwijzing wordt beschreven. Het gebruik van
andere accessoires of hulpstukken kan gevaar voor
persoonlijk letsel opleveren. Gebruik de accessoires of
hulpstukken uitsluitend voor de aangegeven
gebruiksdoeleinden.
Mocht u meer informatie willen hebben over deze
accessoires,
dan kunt u contact opnemen met uw plaatselijke Makita-
servicecentrum.
• Ronde bit (SDS-max)
• Koudbeitel (SDS-max)
• Bikbeitel (SDS-max)
• Kleispade (SDS-max)
• Bitvet
• Veiligheidsbril
• Hamervet
• Kunststoffen draagdoos
Alleen voor Europese landen
Geluid
ENG102-2
De typische, A-gewogen geluidsniveaus zijn gemeten
volgens EN60745:
Geluidsdrukniveau (L
pA
): 78 dB (A)
Geluidsvermogenniveau (L
wA
): 98 dB (A)
Onzekerheid (K): 2,5 dB (A)
Draag gehoorbescherming
Trilling
ENG216-1
De totale trillingswaarde (triaxiale vectorsom) zoals
vastgesteld volgens EN60745-2-6:
Gebruikstoepassing: beitelfunctie met zijhandgreep
Trillingsemissie (a
h, CHeq
): 8,0 m/s
2
Onzekerheid (K): 1,5 m/s
2
ENG901-1
• De opgegeven trillingsemissiewaarde is gemeten
volgens de standaardtestmethode en kan worden
gebruikt om dit gereedschap te vergelijken met andere
gereedschappen.
• De opgegeven trillingsemissiewaarde kan ook worden
gebruikt voor een beoordeling vooraf van de
blootstelling.
WAARSCHUWING:
• De trillingsemissie tijdens het gebruik van het elektrisch
gereedschap in de praktijk kan verschillen van de
opgegeven trillingsemissiewaarde afhankelijk van de
manier waarop het gereedschap wordt gebruikt.
• Zorg ervoor dat veiligheidsmaatregelen worden
getroffen ter bescherming van de operator die zijn
gebaseerd op een schatting van de blootstelling onder
praktijkomstandigheden (rekening houdend met alle
fasen van de bedrijfscyclus, zoals de tijdsduur
gedurende welke het gereedschap is uitgeschakeld en
stationair draait, naast de ingeschakelde tijdsduur).