31
Functiekeuze
LET OP:
• Draai niet aan de functiekeuzeknop terwijl het
gereedschap in werking is. Dat zal het gereedschap
beschadigen.
• Om snelle slijtage aan het keuzemechanisme te
vermijden, dient u te zorgen dat de keuzeknop altijd
precies goed in de gewenste stand is gezet.
Slagboorstand (Fig. 4)
Voor het boren in beton, metselwerk e.d. draait u de
functiekeuzeknop naar de
-stand. Gebruik een bit met
wolfraamcarbide punt.
Hamerstand (trekkerschakelaarstand) (Fig. 5)
Voor hak-, afbik- of sloopwerkzaamheden draait u de
functiekeuzeknop naar de -stand. Gebruik een
puntbeitel, koubeitel of bikbeitel, enz.
Hamerstand (schakelknopstand)
Voor aanhoudend beitelwerk, afbikwerk of sloopwerk
draait u de functiekeuzeknop naar de -stand.
(Fig. 6)
De schakelknop komt omhoog en licht rood op.
Gebruik een puntbeitel, koubeitel of bikbeitel, enz.
(Fig. 7)
OPMERKING:
• Bij gebruik van het gereedschap in de -stand zal de
trekkerschakelaar niet werken, maar alleen de
schakelknop werkt dan.
Koppelbegrenzer
De koppelbegrenzer treedt in werking wanneer het
koppel een bepaalde waarde bereikt. De motor wordt
dan losgekoppeld van de aandrijfas. In dat geval stopt
het bit met draaien.
LET OP:
• Zodra de koppelbegrenzer in werking treedt, schakelt u
het gereedschap onmiddellijk uit. Dit om voortijdige
slijtage van het gereedschap te voorkomen.
Werkingslampje (Fig. 8)
Het groene AAN-werkingslampje licht op wanneer u de
stekker in het stopcontact steekt. Als het werkingslampje
niet oplicht, kan er iets mis zijn met het stroomsnoer of
de regeleenheid.
Wanneer het werkingslampje wel oplicht maar het
gereedschap niet start, ook al is het ingeschakeld, dan
kunnen de koolborstels versleten zijn of kan de
regeleenheid, de motor of de AAN/UIT-schakelaar defect
zijn.
Als een dergelijk verschijnsel zich voordoet, staakt u
onmiddellijk het gebruik van het gereedschap en neemt u
contact op met uw plaatselijke servicecentrum.
Het rode waarschuwingslampje licht op wanneer de
koolborstels bijna versleten zijn, om u te waarschuwen
dat onderhoud aan het gereedschap vereist is. Na een
bepaalde gebruiksperiode wordt de motor automatisch
uitgeschakeld.
INEENZETTEN
LET OP:
• Zorg altijd dat het gereedschap is uitgeschakeld en de
stekker uit het stopcontact is verwijderd alvorens enig
werk aan het gereedschap uit te voeren.
D-handgreep
LET OP:
• Gebruik de D-handgreep alleen voor hak- of
beitelwerk, afbikwerk of sloopwerk. Gebruik deze
greep niet voor het boren in beton, metselwerk e.d. Het
gereedschap kan met deze D-handgreep niet op de
juiste wijze voor het boren worden vastgehouden.
(Fig. 9)
De D-handgreep is verticaal 360° draaibaar en kan in
elke gewenste stand worden vastgezet. De D-handgreep
is ook vast te zetten in acht verschillende standen voor-
of achterwaarts in horizontale richting. Draai enkel de
borgmoer los om de D-handgreep naar de gewenste
stand te draaien. Draai vervolgens de borgmoer weer
stevig vast.
(Fig. 10)
Zijhandvat (Fig. 11)
LET OP:
• Gebruik altijd het zijhandvat voor een veilige bediening
bij het boren in beton, metselwerk e.d.
Het zijhandvat kan naar beide kanten worden omgeklapt,
voor een comfortabel gebruik van het gereedschap in
elke stand. Draai het zijhandvat los door het linksom te
draaien, klap het in de gewenste stand en draai het dan
rechtsom weer vast.
Aanbrengen en verwijderen van het bit
Reinig de bitschacht en breng wat smeervet aan voordat
u het bit installeert.
(Fig. 12)
Steek het bit in het gereedschap. Draai het bit en druk
het aan totdat het vastklikt.
Als het bit niet ingedrukt kan worden, verwijdert u het bit
dan. Trek de vrijzetkap enkele malen omlaag. Steek dan
het bit opnieuw in. Draai het bit en druk het aan totdat het
vastklikt.
Na het aanbrengen dient u altijd te controleren of het bit
stevig op zijn plaats zit, door te proberen het eruit te
trekken.
(Fig. 13)
Om het bit te verwijderen, trekt u de vrijzetkap helemaal
omlaag en dan trekt u het bit eruit.
(Fig. 14)
Bithoek (voor hak-, afbik- of sloopwerk)
Het bit kan in 24 verschillende hoekstanden worden
vastgezet. Om de bithoek te wijzigen, draait u de
functiekeuzeknop zo dat de wijzer naar het
symbool
wijst. Draai het bit naar de gewenste hoek.
(Fig. 15)
Draai de functiekeuzeknop zo dat de wijzer naar het
symbool wijst. Controleer dan of het bit stevig vast zit
door er even aan te draaien.
(Fig. 16)
Diepteaanslag
De diepteaanslag is nuttig voor het boren van gaten van
gelijke diepte.
Druk de borgknop in en houd die ingedrukt en steek de
diepteaanslag in de zeshoekige opening.
(Fig. 17)
Zorg dat de gekartelde kant van de diepteaanslag naar
de schaalmarkering wijst.
(Fig. 18)
Verstel de diepteaanslag door die voor- en achterwaarts
te schuiven terwijl u de borgknop ingedrukt houdt. Na het
instellen laat u de borgknop los om de diepteaanslag
vast te zetten.
OPMERKING:
• De diepteaanslag kan niet worden gebruikt in de stand
waarbij de diepteaanslag tegen het tandwielhuis/
motorhuis aan komt.